Tuesday, November 29, 2005

29 november

Gisteravond was zwaar. In eendrachtige telefonische samenspraak met Erwin probeerden we al enkele dagen het ongelimiteerde download probleem op te lossen. Zoals al eerder verwoord, de hoop dat de jongere generatie licht in mijn duisternis kon laten schijnen bleek bewaarheid te worden, er bleken twee schuldigen te zijn. Als eerste Microsoft (zal niet waar zijn) maar erger, ook Adobe reader. Dit laatste programma is al tijden bezig een update binnen te halen van 23 megabites (via mijn dunne 57K lijntje). Voor de 12 euro die elke megabite mij kost wordt het het duurste programma dat ik op deze PC heb staan. En het voordeel van de nieuwe versie? Niet gering, hij kan ook Hebreeuws en Sanskriet aan!! Zeg nou zelf, geen geld voor 250 euro!!! Het probleem echter ontstond nadat deze lekken waren gedicht. Nu kon ik in het geheel niet meer op internet komen. Gisteravond ben ik er niet meer uitgekomen.
Terug naar de reis. We hebben besloten niet al te ver van Canberra af te gaan om eventueel snel teug te kunnen zijn bij de Indonesische ambassade voor het geval dat men een of ander probleem heeft met onze aanvragen. We gokken erop dat de visa vrijdag beschikbaar zullen zijn. Het plan is om eerst naar de kust te rijden en dan via de Snowy Mountains terug te gaan naar Canberra. Omdat de afstanden – voor onze inmiddels aangepaste begrippen – relatief kort zijn kunnen we dat op ons gemak doen. Vanochtend eerst boodschappen doen en dan… dan is ook de tijd aangebroken dat Cora naar de kapper moet. Gisteren zijn we al op zoek geweest naar een kapper, nu vinden we er niet ver van de supermarkt twee. Een ervan kan Cora over een klein uurtje helpen…. Dan blijkt zo’n camper opnieuw een luxe, want je drinkt er een kopje koffie, leest een boek en de tijd is om. Met ernstige twijfels in het hart vertrok Cora naar de kapper, voor het eerst in meer dan dertig jaar niet naar haar eigen vertrouwde adres. Al binnen twintig minuten was ze terug. Ze had in eerst instantie alleen voor knippen gevraagd, dus dat was dan ook alles wat ze kreeg. Zo op het eerste gezicht ziet het er niet slecht uit, maar na het douchen en föhnen morgen, zal het echte oordeel worden geveld.
Het was vandaag in Canberra en onderweg opnieuw koud, maar de wind was gelukkig gaan liggen. Op ons gemak zijn we door de bergketen gereden die tussen de hoogvlakte en de kust ligt. Een hele mooie tocht door een prachtig gebied. We zitten nu letterlijk aan de kust, Batemans Bay. Zoals ook vaak in Nederland het geval is, is het weer pal aan de kust ook hier beter. Morgen zakken we op ons gemak langs de kust naar het zuiden.
Teug naar de computer. Opnieuw in overleg met Erwin aan de slag en zowaar. Met wat – niet geheel te doorgronden omwegen – hebben we de zaak weer aan de praat gekregen zonder al te veel ongewenste downloads, vandaar ook weer een foto. Maar, dat is de situatie van vandaag. Als ik iets heb geleerd, dan is het wel dat verassingen niet zijn uitgesloten.

28 november. De Indonesische ambassade en nog meer.

De wekker op vroeg, want we wilden echt om ongeveer op de openingstijd (09.00 uur) bij de ambassade zijn. Per slot heb je geen idee wat ze voor ons in petto hebben, de historie tot nu toe beloofd weinig goeds. We waren er op de minuut nauwkeurig, we wisten waar we moesten zijn want we waren er gisteren al langsgereden. We waren daarmee duidelijk de eersten hetgeen niet vreemd is als je weet dat zo ongeveer iedereen in de wereld (waaronder de Australi�rs zelf) zonder enig probleem een visum krijgt op het moment dat men het land binnengaat. Wij Nederlanders dus niet. Cora had vele pagina�s formulieren voor ons allen ingevuld met haar onberispelijke handschrift en die werden dan ook in genade aangenomen. Toen de eerste meevaller, men moest kopie�n hebben van onze uitreistickets. Nu hadden we de tickets zelf wel bij de hand, maar je zou toch denken dat de visum mijnheer/mevrouw na daar een blik op te hebben geworpen dat voor akkoord zou hebben afgevinkt. Mis dus. Kopie�n, maar men bleek bereid te zijn die zelf te maken. Nu, dat was wel het einde van het goede nieuws. We moeten natuurlijk wel betalen voor het visum, A$ 60,00 pp. Oplichters natuurlijk, maar je wist dat het kwam dus je wil 180 dollar door het hele kleine luikje in het loket schuiven� Mis, helemaal mis. Dat kan niet contant, dat kan alleen in de vorm van een Money Order. Op zulk een moment komt bij mij onmiddellijk een opmerkingen boven als; �kan je zien hoe jullie bazen jullie met contant geld vertrouwen, niet vreemd overigens gezien de gigantische corruptie�. Het enige wat me tegenhield was ijzeren zelfbeheersing, want natuurlijk koop je er niets voor. Die Money Orders hadden we niet, dus dat betekende een extra trip naar een postkantoor voor een Money Order. Gewapend met Money Order meldden wij ons een half uur later weer. Alles was nu oke, maar de cruciale vraag voor ons was natuurlijk; wanneer kunnen we onze paspoorten met visum weer ophalen?? Antwoord, waar kunnen we jullie bereiken als er problemen zijn ( AUB, we hebben zelfs een Australisch telefoonnummer; 0419812363 !!). Wanneer kunnen we nu terugkomen?? � Nu, dat kunne we niet zeggen maar het duurt miiiiiiiiiinstens drie dagen, maar wellicht meer. Maak je geen zorgen, wij bellen jullie als ze klaar zijn�. Daar gaat je planning. Voor drie of vijf of als het moet een week kan je wel wat plannen, maar drie dagen plus ??? , daar moeten we nog op studeren, mede omdat we niet al te ver van Canberra weg willen zijn voor het geval dat men echt een probleem met een van onze visum applicaties vindt. Het goede nieuws was overigens dat het hele proces, inclusief Money Order, in 45 minuten was afgerond.
Het volgende doel was het War Memorial en War Museum. Waren we gisteren al onder de indruk van Canberra, dat zijn we vandaag nog veel meer geraakt. Deze combinatie van gedenkplaats en museum is absoluut uniek. Het was ons ook in de vorige reis al opgevallen hoezeer de Australi�rs de soldaten, mariniers, vliegers, matrozen, enz in ere houden die in de verschillende oorlogen gevochten hebben en - helaas - ook frequent gesneuveld zijn. Alle namen van de gevallenen in alle oorlogen waarin Australi� betrokken is geweest staan op een viertal binnenwanden van een monumentaal gebouw ge�tst. 102.000!! Echt veel voor een land met een bevolking die in omvang vergelijkbaar is aan de onze. Indrukwekkend, daar moet je in Nederland lang naar zoeken. Het museum is overweldigend, alle belangrijke veld- en zeeslagen zijn verbeeld in groots detail, maar aan de andere kant zijn ook alle gegevens van een militairen voor de familie opvraagbaar. Oude tanks, vliegtuigen, onderzee�rs, je kan ze aanraken en van zeer dichtbij bekijken. Maar opnieuw ook aan de andere kant weer heel individueel. Van verreweg de meeste soldaten die ooit de hoogste onderscheiding gekregen hebben die er voor Engelse onderdanen dus ook Australi�rs bestaat (het Victoria Cross) zijn alle medailles in een eigen vitrine aanwezig met een verhaal van de reden waarom ze deze onderscheiding verdiend hebben en hun militaire loopbaan. Het zijn er vele, vele tientallen. En dan te bedenken dat men meestal vocht in oorlogen waar men direct weinig of niets mee te maken had!!
Het museum is zo groot en interessant dat ik er gemakkelijk dagen in zou hebben kunnen doorbrengen. We hebben het op vier uur gehouden.
Vervolgens een rondrit door het landschap rond Canberra. Echt mooi, wat jammer dat het weer ook vandaag wat miezerig is. Een leuk tussendoortje was het Deep Space Centre van de NASA waar we langskwamen. Een groot (Amerikaans) complex met een hele serie grote schotelontvangers waarmee men de communicatie onderhoudt met allerlei satellieten, marsrovers, sondes e.d. die door de ruimte waren. Deze schotelantennes zijn groot, tot zeer groot. De grootste is 70 meter in doorsnede en ongeveer net zo hoog. Er hoort een bijzonder interessante tentoonstelling over de ruimtevaart bij. Per saldo werd het zo een lange dag, pas tegen zessen weer terug in Canberra. Nu nog even bedenken hoe we de eerstvolgende dagen vorm gaan geven.

Sunday, November 27, 2005

27 november. Canberra, tot nu toe toppie.

Het eerste doel was het – voor morgen – vinden van de Indonesische ambassade. Dat ging vlot, maar nu al werd duidelijk dat parkeren niet gemakkelijk zal worden. Op alle wegen zijn parkeerverboden en overal wagens van beveiligingsbedrijven. Men is hier echt op zijn hoede.
Hoe dat op te lossen zien we morgen wel.
Wel komen we al snel tot de conclusie dat het een prachtig aangelegde stad is. Toen Australië begin 1900 als staat werd gevormd uit de op dat moment 7 onafhankelijke koloniën van Engeland, kon men het niet eens worden over welke plaats de hoofdstad zou worden van het nieuwe land, Sydney of Melbourne. Daarom werd er voor gekozen om op deze plaats een nieuwe hoofdstad te vestigen (lijkt uit de verte wel wat op het ontstaan van Washington). Omdat het een nieuwe stad was is alles zeer ruim en groenvriendelijk opgezet, echt mooi. Zelfs in het nog steeds wat miezerige, zwaar bewolkte, weer.
Het volgende plan was om even langs het nieuwe parlementsgebouw te gaan. Eerlijk is eerlijk, hier werden wij zeer door verrast. Het is werkelijk een prachtig en zeer interessant bouwwerk. Pas in 1988 geopend, dus ook nog relatief nieuw. We hebben er meer dan twee uur doorgebracht en ook nog een heel leuke rondleiding gehad waardoor we aardig ingelicht zijn over het politieke systeem van Australië. Het kon niet op. Met enige weemoed gingen we verder naar het Old Parliament House, de zetel van de macht totdat het nieuwe gebouw in gebruik werd genomen. Dit is veel kleiner, maar we konden er gemakkelijk naar toe lopen, dus dat deden we maar even. Ook hier gold dat het bezoek veel langer duurde dan gedacht. Nu vooral omdat er een bijzondere tentoonstelling was over de hier zeer turbulente politieke gebeurtenissen gedurende de Tweede Wereldoorlog. De tijd waarin het moderne Australië van vandaag werd gevormd. Opnieuw buitengewoon interessant. Daarna stond de National Gallery met moderne kunst op het programma. Ook in een schitterend nieuw gebouw en prachtig weergegeven. En toen was voor ons de dag op, hetgeen inhoudt dat we niet een maar twee dagen in Canberra gaan doorbrengen. Komt er toch iets goeds van dat Indonesische geklooi.

Saturday, November 26, 2005

26 november. De goden moet je niet uitdagen!!

Nog geen kwartier nadat ik in het vorige stukje de opmerking “het weer blijft prima” had geschreven begon het te regenen. Je weet dat je het niet moet doen, maar het was maar een zinnetje van vier woorden en een aantal mensen had geïnformeerd naar het weer. Niet gewend aan echte regen hadden we een raam open laten staan; dweilen en een deels natte matras. De goden zijn niet echt vergevingsgezind. Het viel vandaag tijdens de rit wel mee, maar eenmaal op de camping in Canberra aangekomen begon het opnieuw te storten, nu met onweer en hagel erbij!!
We hadden vandaag een rustige rit. We verlieten Victoria en reden New South Wales binnen op weg naar Canberra. Het landschap veranderde wezenlijk. Na duizenden kilometers gereden te hebben door omgevingen die meestal gedomineerd werden door vlaktes met graanvelden, is het nu grasvelden en heuvels geworden. Ofwel koeien en schapen. We zijn ook wat in hoogte gestegen. Mooi op tijd kwamen we in Canberra aan om via de Tourist Information op de huidige camping te arriveren. We stonden nog niet of de weergoden lieten zich gelden.
Morgen Canberra, helaas nog niet naar de Indonesische ambassade want die is dicht op zondag.

25 november – Rustig op weg naar Canberra.

De belangrijkste reden om naar Canberra te gaan is het verkrijgen van een visum voor Indonesië. Dat land maakt het voor Nederlanders buitengewoon moeilijk een visum te krijgen, terwijl elke andere Europeaan gewoon binnen kan wandelen. Je zou op een onbewaakt ogenblik kunnen denken dat onze bestemming, Bali, wel wat toeristen kan gebruiken, nu dat zal de overheid van Indonesië een biet zijn. In Nederland konden we gezien de regels en de oneindig lange wachttijden (drie weken paspoort kwijt) onmogelijk een visum krijgen, dus dan maar in Australië proberen. Dat Canberra in de verste verte niet in ons reisschema paste, zal hun een zorg zijn. De afgelopen weken zijn we bezig geweest om van de ambassade te weten te komen hoe lang het hier duurt alvorens een visum wordt verstrekt, een niet onbelangrijk gegeven voor onze reisplanning. De eerste keer dat we belden kregen we de mededeling dat het nu Rammadan was en dat iedereen op vakantie was. Over tien dagen konden we het weer proberen… je zal maar echt met spoed een visum nodig hebben! Daarna zijn we nog een kleine week aan het bellen geweest voordat iemand de telefoon opnam (maar wel elke keer vele minuten kostbare telefoontijd domme bandjes aanhoren). Volgens de uiteindelijke beantwoorder van het telefoontje gaat het verwerken 3 tot 5 dagen duren. We zulle het binnenkort zien.
Vandaag een rustige dag. Op rijd op, zoals een ieder en ook wij inmiddels van onszelf gewend zijn. Eerst boodschappen doen, opnieuw in een zeer grote supermarkt (Safeway). Dat was een nieuw concern voor ons en direct ben je twee keer zo lang kwijt, want alles staat weer op een andere plaats. Daarna zouden we kijken hoe ver we kwamen, maar wel met een stop in Echuca. Daar wilden we met een oude raderboot een tocht over de (hier beroemde) Murray River maken (Dat is dezelfde rivier als waar we twee dagen geleden vaststonden voor de pont).
En opeens merk je dat je toch wat meer in de bewoonde wereld verzeilt bent geraakt. Want, we reden zowaar fout. Daar moest je tot vandaag wel een erg grote dombo voor zijn (of een geweldige kater voor hebben), maar vandaag ging dat als vanzelf. Dat krijg je als je meer dan een kruispunt per 100 kilometer hebt. En als je hier verkeerd rijdt, ben je zo twintig kilometer verder voordat je het door hebt. Maar, zo denken we maar, wat is nu twee maal twintig kilometer om terwijl we er al 11.000 op hebben zitten.
We hebben toch nog de tocht met de raderboot gehaald. Wel bijzonder, de boot is van 1912 en heeft nog de oorspronkelijke stoommachine. Echt een prachtig exemplaar, dat steeds op allerlei plekken geolied moet worden. Het was voor mij moeilijk de aandacht te verdelen tussen binnen (machine) en buiten (de oevers van de rivier en andere raderboten, want die zijn in het verleden hier cruciaal geweest voor het transport van van alles en nog wat).
Nu zitten we in Wodonga, dat is nog net in Victoria. Het weer blijft prima, wat willen we nog meer. Morgen Canberra.

Thursday, November 24, 2005

24 november – Dienstmededeling.

Helaas, moeten we besluiten om het weblog wat anders in te gaan richten. Al vanaf het begin hebben we last van een of ander programma dat onmiddellijk nadat we zijn aangelogd grote hoeveelheden data gaat importeren. We hebben er diverse virussen, adware, spyware en dergelijke op losgelaten, maar het probleem blijft bestaan. Over de consequenties hiervan kunnen we lang of kort zijn, het resultaat is dat elke update tientallen euros kost en voor een kleine zelfstandige…. We zullen vanaf nu geen foto’s meer gebruiken, hoe jammer dan ook, want die kosten relatief veel tijd. We zullen doorgaan met de teksten, in ieder geval voorlopig.
Als we thuis zijn zullen we de jongste generatie uitdagen zich op dit probleem te storten.

24 november – Lange dag..

…althans, dat vond Cora. Dit is ongetwijfeld niet los te zien van het feit dat ze een spiertje in haar nek verrekt heeft, hetgeen de nodige pijn en ongemak met zich meebrengt. Vanochtend volgens Australisch recept mooi op tijd op, we zoeven de pont op en af en zijn op weg naar Victoria. Opnieuw potentieel gedonder met fruit en groenten, maar Cora is vastbesloten niets, maar dan ook niets meer weg te gooien. Grapefruits als dessert, grapefruits bij het ontbijt, komkommer bij de lunch. jullie krijgen vast wel een gevoel voor de situatie. Nu, op vrijwel de kilometer nauwkeurig is al onze verboden waar op…. en toen was er geen enkele vorm van controle. Niets.. Het einddoel van vandaag was Swan Hill, een oud settelers dorpje bij een (vaak) doorwaadbare plaats in de Murray River. Op zich wilden we hier in de eerste plaats het Pioneer Settlement Museum zien. Dit lijkt wel wat op het openluchtmuseum in Enkhuizen. Veel oude gebouwen, oude werktuigen en oude stoomtractoren zijn hier bijeen gebracht. Echt een aanrader. Onze verwachtingen zijn inmiddels over “oude”zaken in het geheel niet meer gespannen, maar dit was leuk. Nooit geweten dat er ooit zulke grote stoomtractoren zijn gebouwd. Het mooiste van de dag was echter wat we aantroffen bij binnenkomst van het dorp. We zien een soort vakwerk van afscheidingen met duizenden en duizenden schapen erin. Er blijkt een verkoop aan de gang te zijn van jonge – net geschoren – schapen. Deze worden door een veilingmeester bij opbod verkocht terwijl hij midden in de te verkopen partij staat. Hier koop je namelijk niet een schaap, maar per vierkant van ongeveer 450 schapen per keer! Partij verkocht? Op naar de volgende partij die direct zenuwachtig in de ronde begint te rennen en het circus begint opnieuw. Als oppervlakkige toeschouwer kan je niet zien wie wel en niet biedt, per saldo zijn het niet meer dan een man (en 1 vrouw) of dertig. Ik kan jullie als inside information sinds vandaag laten weten dat een jong schaap voor ongeveer 46 dollar per stuk van de hand gaat, mits je er die ongeveer 450 anderen er voor dezelfde prijs bijkoopt en ze zelf afvoert.
We hebben de vakken lopen tellen en kwamen uit op een totaal van ongeveer 40.00 schapen, bij navraag in de camping bleek dit een kleine, onbelangrijke verkoop te zijn.. Het is inderdaad in vele opzichten een groot land..

23 november. Een mooie dag, maar wel met hindernissen.

Je krijgt hier vaak de neiging ons Nederlandse spreekwoord “met de kippen op stok” te vervangen door met de Australiërs op stok, maar - eerlijk is eerlijk - ze staan meestal ook vroeg op. Zo ook wij vanochtend. We moesten dwars door Adelaide op weg naar de volgende bestemmingen. Dat verliep wonderwel. De eerste doelen waren Cleland Wild Live Park en Mount Lofty. Dit laatste uitzichtpunt over de gehele stad kwamen we als eerste tegen, maar zo dacht ik, laten we beginnen in het Wild Live Park, we moeten toch over de zelfde weg terug. Het park overtrof onze verwachtingen. Leuk opgezet, je loop hier letterlijk tussen de beesten en de informatie erover is prima. Je ziet nu beesten levend die je (jammer, jammer maar het is niet anders) tot nu toe vooral dood aan de kant van de weg hebt gezien. We hadden gedacht hier hooguit een uur of zo te blijven, het werden er bijna drie. Op de terugweg de eerste hindernis. We moesten opeens wachten voordat we dezelfde weg terug mochten nemen, men bleek namelijk de bossen deels in de brand te hebben gestoken. Het expres in brand steken van de bossen – vooral bedoeld om de onderlaag op te ruimen – gebeurt in het noorden op grote schaal. Daar vooral. om de aangroei van jong en goed eetbaar gras e.d. te bevorderen. Hier gebeurt het veel minder vaak en dan vooral bedoeld om al te grote bosbranden te voorkomen. Twintig jaar geleden was er hier een geweldige bosbrand, met als resultaat 26 doden en miljoenen schade. Wat we er vandaag van overhielden was dat we na enig oponthoud verder konden maar, zo bleek later, ook dat ons gehele uitzicht over de stad letterlijk in rook was opgegaan. De volgende twee stops waren respectievelijk een - authentiek! - Duits settelers dorpje en een – idem – Schots dorpje. Nu, zoals we inmiddels wel geleerd hadden moeten hebben, alles wat hier oud is valt tegen. Bovendien, als we de twee dorpjes omgedraaid zouden hebben zou 99% van de bezoekers het verschil niet hebben opgemerkt. Voor ons op zich geen groots ongenoegen, want we moesten er, min of meer, toch doorheen. Wel een probleem bleek te zijn dat de weg opeens bij een rivier ophield. In de rij om met de pont over te worden gezet (Hierover was niets, maar dan ook niets op welke van onze kaarten dan ook te vinden). Oke, je sluit achter aan en sukkelt naar voren. We hebben een grote bus voor ons die er niet meer op past, maar een paar auto’s tussen ons en de bus kunnen nog wel mee. Wij helaas niet. Na ommekeer van de pont (wachten, wachten, wachten) rijdt de bus de pont op, totdat hij met zijn achterkant vastliep omdat de steile daling van de oever te plots omslaat in de horizontale pont. Muurvast, niet meer voor of achteruit te krijgen, de aandrijfwielen hangen bijna een decimeter boven de weg.
Een bus vol Duitse toeristen, en het moet je van het hart, die hebben het nog steeds niet geleerd. Ze komen ons vertellen dat het toch echt niet aan hun (overigens Australische) chauffeur ligt, maar aan de baas van de pont die hem niet voor dit probleem heeft gewaarschuwd!! (En dan te weten, zo leren we later want na een uur stond het zaakje nog steeds muurvast, dat de bus hetzelfde de vorige dag ergens anders ook al was overkomen!!). Toen we na een uur achteruit moesten rijden om ruimte te maken voor de bus die voor de verandering nu eens zou gaan proberen achteruit de pont weer af te komen, hebben wij de pijp aan maarten gegeven en zijn we omgedraaid en naar de vlakbij gelegen camping getogen. Dan morgen maar een wat langer dag..

Tuesday, November 22, 2005


22 november - Adelaide, heel anders dan Perth.

Alhoewel deze twee steden voor Australische begrippen niet al te ver uiteen liggen, zijn ze geheel anders. Deze constatering is gemakkelijker te maken, dan om precies uit te leggen wat die verschillen dan wel zijn. Perth is aan de ene kant meer een business stad, met een groot business centre. Aan de andere kant zijn er veel jonge mensen, waarvan het niet altijd even duidelijk is of ze hoe dan ook iets doen. Het is echter vooral een werkstad. Adelaide is meer een provincie hoofdstad (maar dan in het groot). Meer Engels dan het wat Oosters gerichte Perth, maar toch vriendelijker en vrolijker. Er zijn veel meer oude gebouwen bewaard gebleven, er is geen gigantische hoogbouw. Je vindt er meer terrasjes en restaurants, alhoewel de Australi�rs geen volk van uitgebreid eten zijn. Fast food is hier king. We hebben er vandaag een heerlijke dag doorgebracht. Met de bus vanaf de camping in tien minuten naar het centrum, wat wil je nog meer. Het eerste doel was Trinity Church (foto) , een van de eerste kerken uit 1838. Voor hedendaagse begrippen klein, maar kennelijk nog volop in gebruik als je naar alle diensten keek die er gehouden werden. Op elke zondag maar liefts 6!! De deuren waren echter dicht, dus we liepen het terrein weer af. Toen kwam ons echter een man achterna gerend die vroeg of we er misschien in wilden. Ja, dat wilde we best, dus werden we via de achterdeur alsnog naar binnen geloodst. Hier werden we door een aardige dame geheel bijgepraat over het wel en wee van de kerk. Ook van binnen een sober maar zeer evenwichtig gebouw. Daarna uitgebreid rondgewandeld langs veel bijzondere gebouwen en plekjes. Met een oude tram heen en terug naar Glenelg, een voorstadje aan de kust. Heel aardig. �s Middags nog meer gezien van de stad, onder andere de vroegere residentie van de heer Ayers (inderdaad, die van Ayers Rock). Wij waren deze mijnheer tijdens onze reizen - op papier natuurlijk - vaker tegengekomen, laatst nog bij de Barru Barru mine waarvan hij een van de grootste aandeelhouders en secretaris van de onderneming was. Hiermee heeft hij een fortuin verdient, waarna hij in de politiek verzeild is geraakt en maar liefst 7 keer premier van South Australia is geweest. Dit alles om te laten weten dat hij een joekel van een huis voor zichzelf had laten bouwen dat nog vrijwel geheel bewaard is gebleven, midden in Adelaide! Wij natuurlijk ook daar naar binnen. Nu dat was de tweede heel bijzonder ervaring van de dag. We werden daar rondgeleid door een vrijwilligster die zo zenuwachtig was dat ze de helft van wat ze wilde vertellen op het juiste moment vergat, maar dat dan later te pas of te onpas te berde bracht, of toegaf het helemaal niet meer te weten. Wat ze wel wist was meestal in de trant van dat een tafel een tafel was en een bed een bed, enz.. We waren met nog een stel en we hadden de grootste moeite om niet steeds opnieuw in lachen uit te barsten. Het duurde wel veel langer dan gepland, maar hilarisch. De conclusie was, hij woonde er zeker voor die tijd voortreffelijk en zeer groots. Maar, geen verwarming, stromend water of toiletten (en dat weten we zeker, want dat is ons zeker tien keer verteld). Vervolgens naar het migration museum, geheel gewijd aan de ervaringen van immigranten in Australi�. Waar kwamen ze vandaan en wat hadden ze meegemaakt om hiernaartoe te willen komen. Hoe is ze het in Australie vergaan? Veel schrijnende zaken geleerd, ook over ons eigen Europa. Het was bij mij ver weggezakt dat er na de tweede wereldoorlog in Europa zoveel - 11 miljoen! - mensen in opvangkampen bivakkeerden die niet naar hun vaderland terug konden of wilden. De laatste kampen werden pas medio de vijftiger jaren gesloten! Australi� komt er nu ruiterlijk voor uit dat ze uitsluitend immigranten selecteerden op ras (Engels, Nederlands, Duits oke, rest �.), leeftijd (boven 40 vergeet het maar), enz. enz.
Dat in het gehele proces van immigratie in Australi� de Aboriginals de verliezende partij waren wordt ook beschreven, maar naarmate we daarvan over de weken meer geleerd hebben, zou dat deel van de expositie wat explicieter kunnen. Een heel indrukwekkend museum, zeer de moeite waard. We waren er meer dan een uur binnen zonder dat we er erg in hadden.
Daarna nog de Botanical Gardens, al zeer vooruitstrevend in 1850 of zo opgezet en dat zie je aan de enorm grote en mooie bomen.
Ter afsluiting een mooie steak met een lekkere fles wijn (dat hebben ze hier wel!) en weer met de bus terug. Prima dag!

21 november - Barossa Valley

We overnachtten vlak bij dit gebied, dus we waren al vroeg ter plekke. De Barossa Valley werd omstreeks 1840 voor het eerst door een paar Engelse families bewoond, maar vanaf 1842 kwam er een grote stroom van Duitse Lutheranen op gang die in eigen land werden vervolgd. Ze namen onder andere kennis van wijnbouw met zich mee en in die jaren werd menig wijnhuis alhier opgericht. De vallei is daarmee niet allen een van de belangrijkste wijngebieden van Australi� geworden, maar is daarnaast ook een schitterend gebied, heuvelachtig, vol wijngaarden met veel dorpen en dorpjes. Een ding hebben ze gemeen, overal is een Lutherse kerk. Wij zijn er hier aan gewend geraakt dat er tussen dorpen zeker 100 kilometer of meer ligt, hier soms niet meer dat 10! Mooie bomen, relatief oude gebouwen (1850-1860) die echt goed bewaard zijn gebleven. Voor ons is dat natuurlijk niet echt oud, maar het geheel straalt nog steeds een soort kolonisten sfeer uit en dat is erg apart.
De welvaart is hier groter dan wat we tot nu toe gezien hebben. De huizen zijn groot, maar in tegenstelling tot elders, staan ze niet boven op elkaar gebouwd. Iedereen heeft een grote tuin om zijn gehele huis, die bovendien veelal schitterend is aangelegd en (voorjaar hier!) in bloei staat. Tot nu toe bestond een tuin uit grint of asfalt en soms�. een kaal grasveldje. Voor het eerst kwamen we ook BMW�s en Mercedessen tegen, vooral bij het restaurant dat we (beter Cora!) uitgekozen had voor de lunch. Cora�s keuze - onderdeel van het wijnhuis Saltram - was geweldig. We hebben fantastisch gegeten en de wijn�..!! In Europa zo een of twee sterren waard. De lunch was het einde van een paar uur durende rondrit door dit geweldig mooie gebied, iedereen van harte aan te bevelen.
Daarna op naar Adelaide, de hoofdstad van South Australia, waar we een camping hebben niet meer dan vijf kilometer van het centrum. De stad is op zich best groot, althans ze neemt veel grondgebeid in beslag. Maar niets is hier tot nu toe meer dan een verdieping hoog en dan heb je veel ruimte nodig. Hoe het centrum eruit ziet gaan we morgen ontdekken. Het weer was prachtig vandaag, net als gisteren weer onbewolkt, maar nu met veel minder wind. We hebben dan ook buiten geluncht.

Sunday, November 20, 2005

20 november – Weer zondag, nu wel uitslapen.

Vandaag werden we in tegenstelling tot de vorige week niet voor dag en dauw wakker maar om 09.00 uur. Verder op ons gemak de dag begonnen. Het eerste doel is Alligator Gorge, opnieuw een onverharde weg die begint direct tegenover de camping. Hij is maar 11 kilometer lang, maar met een gemiddelde van 20 kilometer doe je er best lang over. Om eerlijk te zijn, de Gorge viel wat tegen. Ongetwijfeld zijn we te zeer verwend, maar een Gorge waardoor al in geen jaren serieus water had gestroomd en vol begroeid is? We hebben indrukwekkender gezien. Dan naar Barru via een schitterend glooiend gebied met – opnieuw- veel graan, maar ook schitterende oude bomen. Barru is de plaats waar de eerste grote mijn van Australië ontstond. In 1845 werd hier kopererts ontdekt en in de jaren erna ontstond een uitgebreide mijn en dorp met meer dan 5000 inwoners, voor die tijd een stad!! De mijn was zo succesvol dat ze de nieuwe staat South Australia van de financiële ondergang redde. We kwamen er na wat omzwervingen terecht in een klein museum, met een laaiend enthousiaste dame die ons alles, maar dan ook alles uit die tijd wilde vertellen. We hebben er twee uur doorgebracht, fascinerend! Daarna verder afgezakt naar het zuiden, we zijn nu in Gawler, morgen gaan we de Barossa Valey verkennen, een van de bekendste wijngebieden van dit land.

19 november – Hoeveel vierkante meter graan heb je nodig voor een brood?

Sorry hoor dat ik alweer over graan begin, maar vandaag was opnieuw de dag van het graan.
Honderden kilometers links en rechts van de weg graan, en niet een paar honderd meter brede langs de weg. Zover je kon zien! En in dit land zonder luchtverontreiniging kan je heel ver zien. Ik heb geen idee hoeveel oppervlakte graan je nodig hebt voor een brood, maar het moet vast wel veel zijn, anders zou je half Azie vanuit Australië kunnen voeden!
De dag begon op een ongebruikelijke manier. Toen ik de camping uitreed en rechtsaf sloeg keek ik in mijn achteruitkijkspiegel en wat zag ik? Vijftien meter elektriciteitskabel in een mooie bocht achter de camper aan bungelen. Shit!! Vergeten uit de stekkerkast te trekken en op te bergen…. Foutje, zeg maar fout! We konden gelukkig direct stoppen en de kabel alsnog binnen boord halen, maar fraai is anders.
Het was vandaag waarschijnlijk de laatste lange tocht van onze reis waarbij het zich verplaatsen de boventoon voerde. De dag verliep heel voorspoedig, we kwamen vroeger aan dan gedacht. Een letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van de dag was het uitzicht vanaf Hancock Lookout. Dit. is vlak bij onze camping, we moesten er over een niet geplaveide weg naar toe klimmen. (Het rijden op dergelijke paden is eigenlijk niet toegestaan door de verhuurder – betekent eigen risico- maar je moet toch wat nietwaar). Vanuit dit uitzichtpunt hadden we een schitterend uitzicht over het heuvelachtige gebied waar we nu verkeren, helemaal naar de oceaan aan toe. Echt mooi.
We overnachten in Wilmington, een beetje vergane glorie dorp. Vroeger drie hotels, nu nog maar een. En dat is vooral de kroeg en de plaatselijke slijterij in een. Ooit waren er echt restaurants, nu alleen nog maar een take away. Op de camping zijn wij vijftig procent van de bezetting, neemt niet weg dat alles kraakhelder schoon is.
Vanaf morgen gaan we heel wat langzamer door de rest van Australië. We hebben nu 9000 kilometer gereden in ruim drie en een halve week. In de rest van de tijd hier zullen we daar nog niet de helft van gaan halen.

18 november – Wel een groot land hoor….

Vandaag de tweede dag van onze tocht over de Nullarbor Plains. Opnieuw is het plan ongeveer 700 kilometer te rijden. Er blijkt op ons vertrekpunt een geheel eigen tijd te zijn, we moesten gisteravond de klok drie kwartier (hoe bedenk je het, ¾ uur!!) vooruitzetten. We stonden dan ook drie kwartier eerder op. Maar nog geen 200 kilometer verder verlaten we Western Australia en trekken we South Australia binnen. Moeten we de klok opnieuw vooruitzetten, maar nu maar liefst 1 uur en drie kwartier. Dat komt neer op twee en een half uur in driehonderd kilometer. Kom daar in Europa maar eens om! Het zal jullie niet verbazen dat het aan de ene kant hier veel langer licht blijft, maar dat het aan de andere kant best wat doorrijden vergde om onze 700 kilometer binnen deze ingekorte dag te voltooien. De tocht zelf werd gekenmerkt door hetzelfde bewolkte en miezerige weer als gisteren. De hoogtepunten waren enkele schitterende uitzichtpunten over de kliffen waar de Nullarbor Plains eindigden in de Southern Ocean. Maar, voor het eerst vonden we het mooi dat de dag er op zat. Op de grensovergang bleek nog geen douane post te zijn, die was er pas 500 kilometer verder in de eerste fatsoenlijke plaats. (Laten we wel zijn, je kan een douanebeambte toch niet in de middel of nowhere neerzetten nietwaar, en dat de fruitvliegjes mooi 500 kilometer gewonnen hebben? Daar komen we op terug, echt!) Misschien geloofde de dienstdoende beambte er zelf ook niet in, misschien was het tijdstip van zes uur de reden, maar deze keer waren we in twee minuten door de douane. Geen gedoe met paspoorten, rijbewijzen en blazen. Een douanevogel deed het deurtje van de koelkast open, keek vaag in de leegte en wuifde ons door.. Heel wrang, opnieuw hadden we van alles weggegooid, tomaten, kiwi’s, komkommers, noten, uien, en alleen de komkommer zou in de koelkast gelegen hebben. Laten we het er maar op houden dat het onze goudeerlijke, terecht zich van geen kwaad bewust zijnde gezichten geweest zijn. Op 300 meter van de camping in hetzelfde dorp is een supermarkt, waar we al het eerder weggegooide weer inslaan. Goede handel, misschien toch nog niet zo slecht gezien van die Aussies.

17 november – Van west naar oost.

Je weet het wel, maar je hoopt altijd dat het deze keer anders is. De echte spierpijn, die van nauwelijks meer een voet voor de nadere kunnen zetten, komt pas op dag twee. Nu, hij is er!! Dat wordt strompelen vandaag, gelukkig zal dat vooral van en naar de benzine (diesel) pomp zijn. Dat is nooit al te ver..
We zijn vandaag precies een maand op pad. Een gekke gedachte, want voor je gevoel is het echt al veel en veel langer. Maar, dat heb je vaker als je in een geheel nieuwe omgeving bent.
Vanochtend weer op tijd op, we moeten de eerstvolgende dagen een lange tocht maken van west naar oost. Om in Adelaide te komen moeten we ongeveer 2200 kilometers rijden.
Nu, Vandaag de eerste etappe. Eerst nog 200 kilometer naar het noorden, naar Norseman. Onderweg zijn we opnieuw langs miljoenen broden gereden, althans in tarwe vorm. Het is echt onwaarschijnlijk hoeveel ervan hier wordt verbouwd. Er zijn hier zelfs hele spoorwegen aangelegd om het graan naar de haven te transporteren. Spoorwegen die maar enkele weken per jaar in gebruik zijn, kan je nagaan. Over spoorwegen gesproken, voor het eerst moesten we stoppen voor een onbewaakte overgang. Graan dachten we gelijk, maar mis. Het was een trein met ijzererts. Bepaald niet zo lang als in Port Hedland, maar vast wel een kilometer of zo, en dat duurt toch lang voordat hij voorbij is…
Vanuit Norseman, linea recta naar het oosten. Grotendeels over de Nullarbor Plains. Plains geven al een vlak gebied aan en Null Arbor betekent geen bomen. Nu dat klopt geheel. Honderden kilometers vlakte met best wel een grasachtige begroeiing en hier een daar een struik. Bepaald ook geen woestijn. Het aantal bomen is inderdaad minimaal. Het was wel echt Kangaroo en Wallaby gebied, want daar stikt het hier van. Opnieuw helaas vooral dood langs de weg, letterlijk honderden, maar ook levend. We moesten meer dan eens echt op de remmen om zo’n beest de gelegenheid te geven een goed heenkomen te zoeken. Dat remmen deden wij natuurlijk wel, maar de road trains niet, vandaar het aantal slachtoffers. De road trains zijn een typisch Australisch verschijnsel. Hier mag een oplegger niet een, zelfs geen twee, maar vaak wel drie aanhangwagens meenemen. Met drie aanhangwagens komt de totale lengte op meer dan vijftig meter (een half voetbalveld!!). Deze jongens hebben een kwartier nodig om op de plaatselijk toegestane maximale snelheid te komen (meestal 110 km) en stoppen dan ook voor niets. Al niet voor caravans of campers, laat staan Kangaroos oid. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat op de weg waarop we nu rijden (de Eyre Highway) de maximale lengte 36 meter mag zijn, maar aan het aantal slachtoffers naast de weg zie je dat niet af. Dat zal waarschijnlijk komen omdat de weg knap druk is, veel drukker dan we hadden gedacht. In het noorden kwamen we op dit soort hele lange wegen vijf/zes tegenliggers per uur tegen, nu hier is dat een veelvoud ervan en dan vooral road trains. Veel wegen lopen hier van A naar B, en zoals de meeste onder ons bij wiskunde hebben gehad, de kortste weg tussen twee punten is een rechte lijn. Je hebt dan ook veel lange rechte stukken weg in dit land, maar vandaag hebben we het allerlangste stuk gehad. Stel je voor, geen enkele bocht of iets wat daar maar op lijkt, geen kruispunt of wat dan ook voor een totale lengte van 146.6 kilometer om precies te zijn. Dat zal van Krimpen tot Maastricht zijn, of zoiets, zonder een enkel bochtje!

Het weer blijft de gehele dag miezerig. Dat is een typisch Nederlandse term, maar prima van toepassing op vandaag. De zon hebben we niet gezien, het bleef bewolkt met af en toe een bui(tje), dit ondanks het feit dat we ongeveer 700 kilometer gereden hebben.
Morgen gaan we de grens naar en andere staat over. Cora begint zich er nu al over op te winden. Moeten we weer alles op het gebied van groente, noten, fruit e.d. weggooien, onzin zo vindt zij. Ongetwijfeld waar, maar wat doe je eraan he. Morgen verder…

Wednesday, November 16, 2005


16 november - Een rustig dagje klussen en bijkomen van gisteren.

Omdat we gisteren om 22.00 uur uitgeteld in bed lagen, waren we vroeg wakker. Vandaag was om te beginnen klusdag, we hadden gisteren dan ook direct voor twee nachten geboekt. Eerst de was doen en het schoonmaken van zaken als de koelkast, voor ruit e.d. Daarna uitgebreid boodschappen doen. Opnieuw in Woolworths, waar we ongeveer al onze boodschappen die we vorige keer op de lopende band hadden achtergelaten alsnog hebben gekocht.
Het is inmiddels middag en tijd om de omgeving te verkennen. Eerst een lokaal rondje langs de baaien. Het is hier echt onwaarschijnlijk mooi! Hagelwitte koraalzand standen, een prachtige zee in vele blauwtinten en dan de diepblauwe lucht met hier en daar wat wolken. Na de plaatselijke omloop naar het nabijgelegen Cape le Grand NP. Hier waren de baaien en stranden nog mooier. En omdat het weer duidelijk aan het verslechteren was, de hemel ook nog mooier door de toenemende bewolking. De baaien staan op menig kalender, en als je ze van nabij hebt gezien weet je waarom. Het kiezen van de foto voor het weblog was vandaag moeilijk. Een mooie baai zou misschien voor de hand liggen, maar landschapsfoto�s komen meestal niet zo goed over. De tweede mogelijkheid was een van de eerste foto�s die we gemaakt hebben van kangoeroes. Niet dat we niet eerder kangoeroes hebben gezien, al tientallen. Helaas op een na allemaal dood naast de weg (net als veel andere beesten)
Echter, de mooiste foto was toch Cora die ging pootje baden aan een van de onwaarschijnlijk mooie baaien. Het water zag er heerlijk uit, hoe het echt was hebben jullie kunnen zien.
Het minder goed wordende weer heeft zich inmiddels omgezet in een echte regenbui, de eerste die we tijdens onze tocht meemaken. Misschien moeten we niet al te verbaasd zijn, het is hier heel groen. En als je een brug over een rivier of kreek oversteekt, zit er hier water in. Dat hebben we nog niet veel gezien.
Morgen gaan we weer echt op pad, enkele dagen de binnenlanden in. De volgende update zal dus wellicht even op zich laten wachten.

Tuesday, November 15, 2005

15 november - Echt een hele dag




Eerlijk is eerlijk, de nacht viel mee. Ergens vannacht is de wind gaan liggen en bij het opstaan ziet het weer er zeer vriendelijk uit. We waren op tijd op pad. Even door Albany rijden om te bezien hoe deze oude plaats er uit ziet, maar eerlijk gezegd hebben we oud Australi� inmiddels wel gezien. De huizen van onze eigen ouders waren ouder dan de meeste historische gebouwen hier.
Op naar de volgende stop, Esperence. Onderweg maken we nog een omweg door het Sterling NP. Door onze reisgidsen aanbevolen omdat er tussen oktober en december een pracht aan wilde planten zouden bloeien. Nu, alhoewel we volgens onze berekeningen vrijwel precies in h et midden van die periode zitten� hier en daar wat bloemetjes, maar daar bleef het wel bij. Maar goed, niet alles kan meevallen dus we karren door. Tegen het einde van het park zien we de afslag Bluff Knoll. We rijden er voorbij, maar we draaien zo snel mogelijk, want in een van de gidsen staat een fantastische foto genomen van Bluff Knoll. Al snel kwamen we op een parkeerplaats met mooi uitzicht over de omgeving, maar ook op de hoogste plaatselijke berg, Mister Knoll. Misschien was het omdat het de eerste een beetje echte bergen waren die we tegenkwamen (1070 meter), maar de wandeling naar de top zag er wel erg uitdagend uit. En omdat je in een camper alles bij je hebt; schoenen aan, boterhammen gesmeerd, water in de rugzak, zonnebrand en de berg op. Nu, om niet al te uitgebreid te worden, het viel bitter tegen. Het was 3,1 kilometer naar de top volgens het bord. Dat zal best wel geklopt hebben, maar wat ze vergeten hadden te memoreren was dat het stijgingspercentage gemiddeld zeker 30 procent was en soms 50%. Een kilometer voortdurend klimmen is voor oudjes al wij echt een hele opgaaf. Het is dat je niet op wil geven�. Echter, het zou verstandig zijn geweest halverwege of zo om te draaien. Dat deden we dus niet, maar dat betekende wel dat we ook het hele steile stuk naar beneden moesten lopen en juist omdat we (ik is beter) al afgepeigerd waren van de klim, viel ook dat niet mee. Om alles heel te houden moest je echt stapje voor stapje nemen, met als resultaat dat de afdaling niet veel korter duurde als de beklimming. Maar, we hebben het heelhuids gehaald. Na deze geheel niet geplande wandeling was het dagschema natuurlijk geheel naar de knoppen, maar.. we hebben goed doorgereden en Esperence zowaar nog voor zessen ( 17.55) gehaald. Om 18.00 gaat hier namelijk vaak de receptie van de campings dicht.
Het Nationale Park bestond uit een bergketen van een kilometer of zestig lang, maar de rest van het landschap van vandaag bestond voornamelijk uit graanvelden. Honderden kilometers graanvelden, echt onwaarschijnlijk! Veel ervan wordt verscheept naar het buitenland, via een terminal nog geen 200 meter van de camping. Nu maakt dat af en toe best wel wat herrie, maar we zullen vanavond slapen als rozen�. daar ben ik van overtuigd.

14 november - Het kan verkeren, zeker wat campings betreft!



We ontbeten idyllisch op het heuveltje naast onze camper met uitzicht over de gehele baai. De neiging om van weeromstuit een dagje te blijven was zeker aanwezig, maar wie weet wat voor moois er over de horizon ligt?!
We gaan vanaf vandaag niet langer naar het zuiden, maar naar het oosten. Het eerste doel is het Walpole Nornalup NP en daarin om meer precies te zijn de valley of the giants. Hier staan de hoogste bomen van Australi� (zegt men). Nu, wat ons betreft kan dat best waar zijn. Er is - ook hier - een tree top wandeling over een samenstel van bruggen. Nu zijn we daar in algemene zin niet zo van, meestal valt het echt tegen. Maar, je bent van ver gekomen dus ook nu weer naar boven. Deze keer was het echter best aardig, niet in de laatste plaats omdat het bruggenstelsel aan alle kanten wankelde en wiebelde. En als je dan op 40 meter hoogte staat, is dat heel, heel hoog!! Laat staan die nog hogere boom naast je! Met de verdere wandeling langs nog meer zeer hoge bomen (Yellow Tingle (40 meter max) en de Red Tingle (70 meter max) was het een zeer interessante middag. Daarna op naar Albany. Dit is een van de eerste plaatsen in Australi� en de eerste in West-Austalie waar de Europeanen zich settelden (lees waar de veroordeelden in dwangarbeid aan land werden gezet). In de plaats zelf zijn we nog niet geweest, want vlak ervoor ligt Jayccee�s Whaleworld. Dit is een soort museum over de walvisvangst in Australi�, opgezet op het fabrieksgebied van de laatst actief zijnde onderneming op dat gebied. Opnieuw bijzonder. Men is hier pas in 1978 gestopt met de walvisvangst, alles staat er nog als het toen was. Er ligt zelfs ter bezichtiging nog een van de drie schepen waarmee men ter walvisvaart ging. De loodsen en walvisolieopslagtanks, de lieren om de walvissen de kant op te trekken, de messen om ze in stukken te snijden, de ketels om de walvisolie te koken, enz, enz. Alles is er nog. Je kan het voor je ogen zien gebeuren.
Het is snel17.00 uur en inmiddels een lange dag geworden, we zijn de laatste bezoekers die het terrein verlaten (we mogen morgenochtend gratis terugkomen). Nu nog een plekje voor de nacht. Nog geen 200 meter van Whaleworld is een camping, die dus maar� Nu, het tegenovergestelde van gisterenavond. De slechtste camping tot nu toe, alles oud en versleten (toegegeven, wel schoon), kraak nog smaak. Wel uitzicht over de baai, maar het waait hier inmiddels windkracht �veel� dus daar beleven we al schuddend in de camper weinig genoegen aan. We zijn wel de enige gasten hier, hoe zou dat nu toch komen??
Het zal vast een wat minder rustige nacht worden.

13 november - Augusta!

Augusta bereiken is best wel een mijlpaal voor ons. Augusta is het meest Zuid-Westelijke puntje van Australi�, het punt waar de Indische en Zuidelijke oceanen samenkomen. We zijn vanaf Darwin (midden Noord Australi�) naar dit punt gereden. Dik 6000 kilometer in krap drie weken. Dat lijkt meer dan het is, want voor een groot deel van het traject gold dat je werkelijke snelheid ook je gemiddelde was. Stoplichten? In dagen niet gezien! Kruispunten? Enkele per dag! Inhalen of ingehaald worden? Gemiddeld een keer per dag. En zelfs als je zoals wij niet meer dan 100-110 km per uur rijdt schiet het best wel op. Dat wil overigens bepaald niet zeggen dat de trip op zich geen indruk heeft gemaakt. Integendeel, de afstanden hier zullen ons altijd bijblijven.
Gedurende het grootste deel van de tocht was het landschap dor en droog. Niets mee te doen. Pas ongeveer honderd kilometer boven Perth zagen we de eerste bebouwing. Tot aan Perth toe werd het drukker en drukker, in de loop van vandaag werd het weer wat stiller. Maar, de bebouwing bleef. Het land is nu overal groen.
Een ander belangrijk verschil is de temperatuur. Was in het noorden vaak 45 graden of meer (ok�, overdag) nu is het �s nachts niet meer dan 15 graden. Brrrrr

Vanochtend hadden we besloten uit te slapen, geen wekker aan op zondag. Nu, het verschil was dat we 15 minuten later wakker werden, maar het voelde toch beter. Het eerste doel was Cape Naturaliste om een wandeling te maken over de klif rondom de vuurtoren. Het werd een hele leuke wandeling, ook omdat er zich opnieuw in de verte walvissen lieten zien. Het was enkele kilometers ver, maar om 15+ ton wegende walvissen helemaal uit het water te zien springen en dat niet 1 maar zeker 6 of 7 keer is heel bijzonder. De volgende stop naar het zuiden was Lake Cave. Een kleine maar echt heel mooie grot, vooral omdat hij deels met water is gevuld waarin alles zich weerspiegeld, echt een plaatje. Dan Augusta. Eerst Cape Leeuwin waar opnieuw een grote vuurtoren het beeld bepaald. Dan naar de camping, waar we een sprookjesachtige plaats hebben direct aan het strand. Het enige minpuntje is dat het weer wat tegenzit, fors bewolkt. Maar laten we wel zijn, we moeten onze eerste regen in dit land nog hebben.

Saturday, November 12, 2005

12 november – nog even verder over inefficiënties hier!

Vanochtend op tijd op, want we willen uitgebreid boodschappen doen in het nabijgelegen winkelcentrum voordat we weer de binnenlanden ingaan. Daar is een enorm grote Woolworths. Het nadeel van zo’n grote supermarkt is altijd dat je erg lang bezig bent je spullen te vinden en te verzamelen, maar ze hebben alles. Nu, toen wij uiteindelijk alles hadden en we een hele loopband volgeladen hadden…. hield het kassasysteem van de gehele winkel ermee op. Zeker twintig kassa’s plat. Nu, voor een dergelijke calamiteit moeten er wel noodplannen zijn?! Nu, wij hebben ze niet kunnen ontdekken. Het eerste kwartier gaat voorbij, zenuwachtige mensen lopen af en aan, maar werkende kassa’s, ho maar! Men begint snoep en sinaasappelsap uit te delen. Leuk, maar we willen afrekenen. Het is zeer opvallend hoe rustig de Australiërs blijven, iedereen wacht geduldig. Het winkelpersoneel wordt gevraagd de smeltende diepvriesspullen door andere te vervangen, maar verder gebeurt er niets. Na een minuut of twintig beginnen alle kassa’s weer te zoemen, het werkt? Neeeeee!! Kennelijk een reset die niet heeft gewerkt, het systeem blijft plat. Inmiddels sluit men de luiken van de ingang, maar verder dan het regelmatig bedanken van de wachtenden voor hun geduld komt men niet. Echte informatie? Niets!! Het eerste half uur is om…geen verandering. Als we ergens door de winkel gelopen zouden hebben met een kar vol boodschappen, of ergens anoniem in de rij stonden had ik mijn kar al lang ergens onopvallend geparkeerd en was ik verdwenen. Maar, dat was niet de situatie waarin we verkeerden. Nog een kwartier gaf ik ze in gedachten, per slot hadden we al beduidend meer dan een uur boodschappendoen en wachten in deze winkel geïnvesteerd. Om een beter idee te krijgen hoe de zaak ervoor stond kroop ik wat dichter bij het zenuwcentrum (alhoewel, zenuwencentrum zou een veel betere naam geweest zijn), nu daar werd je langzaam maar zeker duidelijk dat men geen idee had wat het probleem was, laat staan hoe het op te lossen. Een goedwillende kracht roept als een probeersel kennelijk niet werkt over de telefoon No, NO en opnieuw NO naar de centrale computerafdeling (wie weet waar die is), terwijl de aldaar lokaal aanwezige zaterdagochtendkracht het probleem moet oplossen. Het werd me duidelijk dat niemand ook maar enig idee had wat het probleem was, laat staan hoe het op te lossen. Toen zijn we na drie kwartier wachten maar afgetaaid en hebben we zaak met een band vol boodschappen achtergelaten. We voelden ons nog schuldig ook, want bijna alle Australiërs stonden nog steeds keurig in de rij te wachten. Misschien nu ook nog wel. Hun Engelse afkomst is kennelijk niet helemaal verdwenen.
Dan maar op naar het zuiden. Dwars door Perth, maar dat ging best wel soepel. Na een tijd weer een ander winkelcentrum gevonden, met minder keus, maar verhongeren, of verdorsten zullen we voorlopig niet. De ochtend is verloren, maar gelukkig hebben we geen strak schema, dus dat kan niet in de war lopen. We stopten in Busselton. Daar is naar men zegt de langste houten aanlegsteiger in het Zuidelijke halfrond. Nu, of dat klopt weet ik niet, maar we hebben de 1,8 kilometer de zee in (en weer terug) gelopen en het is best lang. Het eerste deel van de steiger werd al rond 1860 gebouwd, het laatste deel in 1962. Het enige export artikel was hout. En als je niet herbeplant, en het denken aan de toekomst is nu niet direct een tweede natuur voor de Aussies, dan is op een gegeven moment al het bos…op. Dat was in 1972 het geval. Geen houtverschepingen meer.
We overnachten in Busselton, vlak aan het strand.
Her blijft verbazingwekkend hoe de omgeving in een paar honderd kilometer geheel is veranderd. Niks geen droge vlaktes meer, echte hoge bomen, weilanden, wijngaarden. En, twee,drie en zelf even vierbaanswegen. Zulk een drukte hebben we hier nog niet meegemaakt.
Even wennen.

Friday, November 11, 2005


11 november - Dagje Perth

Op tijd op om met de bus naar Perth te gaan. De camping was er speciaal op geselecteerd dat er een bus voor stopte die direct naar het centrum ging. Dat bleek allemaal te kloppen. Perth is echt een leuke en dynamische stad, een beetje Amerikaans. Heel lang laagbouw (maximaal drie verdiepingen) en dan opeens wolkenkrabbers. Het ligt aan de Swan River, al in de 16e eeuw of zo door de Nederlanders ontdekt, maar als waardeloos gebied afgedaan. Het duurde dan ook tot 1820 voordat hier echt mensen aan land gingen, nu wonen er zeker een half miljoen. Na een korte wandeling besloten we een boottocht over de rivier te maken naar Freemantle, het plaatsje dat direct aan de monding van de rivier ligt. De rivierkant lijkt een beetje op de haven van Sydney, geheel volgebouwd met riante villa�s en appartementen. Na drie uur boot (met lunch en wijnproeverij) verder met onze wandeling door Perth. De Mint gezien waar 100 jaar lang al het goud dat in West Australie werd gevonden verwerkt werd. Heel interessant. Dan wat verder door de stad gelopen, op zoek naar een plekje om wat te drinken. Een bier en een thee. Het biertje was er zo, maar ze konden met de beste wil van de wereld geen theepot vinden� Een minder gelukkige Cora besloot uiteindelijk maar aan de sodawater te gaan. Ondanks dat het echt een drukke stad is vol met vooral jonge mensen, is het aantal plaatsen om uit te eten beperkt (als je MacDonalds en KFC niet meerekent). Toch wat gevonden, de plaatselijke steak bestelt met een Australische fles wijn, maar wat er na de fles wijn kwam, geen steak. Order niet doorgegeven of zo. De horeca kan hier zeker enige efficiency impulsen gebruiken!
Omdat we als goedmaker de fles wijn van het huis kregen, besloten we het uitgespaarde geld toch maar in Perth te besteden door niet met de bus maar met de taxi naar de camping terug te gaan.

Thursday, November 10, 2005


10 november - We zijn nog niet echt in Perth, maar het is hier toch druk!

Voordat we over Perth beginnen, eerst het Nambung National Park. Dat was het eerste doel van vandaag. Na een uurtje rijden langs de kust komen we bij de ingang van het park aan. De weg in het park is niet geasfalteerd, dus mogen we er officieel niet op rijden, anders vervallen al onze verzekeringen. Dat weten we wel, maar de mevrouw bij de ingang benadrukt dat nog eens dringend. Echter, aldus dezelfde mevrouw, de tocht binnen het park is maar drie kilometer, dat kan je ook best lopen en dan zie je bovendien veel meer. Dat hebben we dan ook maar gedaan. Het bijzondere van dit park zijn de Pinnacles, kleine kolommen van kalksteen die tot vier meter hoog uitsteken boven het zand. Het zijn er letterlijk duizenden, een echt heel apart gezicht. Heel leuk. Wat de mevrouw bij de ingang niet had verteld was dat er net zoveel vliegen in het park huizen als er Pinnacles zijn (we hadden gewaarschuwd moeten zijn, zij droeg een vliegennet om haar hoed dat ze ongetwijfeld weer direct liet zakken toen wij weg waren). Naarmate onze voettocht door het park vorderde en de 4W-drives ons passeerden klampten alle plaatselijke vliegen zich bij ons aan. Toen we na een uur of zo van de echt zeer interessante tour terugkwamen bij de camper hebben we een echte indianendans uitgevoerd om de honderden vliegen van ons af te schudden alvorens de camper binnen te gaan. Het spreekwoord, ziet zwart van de vliegen, hebben van nabij gezien!
Dan op naar Perth. Dit is de eerste echte grote stad op onze tocht en dat merk je meer en meer naarmate je dichterbij komt. Stoplichten hebben we in geen weken gezien, hier op elke hoek. Je hebt hier voorsteden en voor-voorsteden, dit is echt een grote stad. We hebben onze camping strategisch uitgekozen op een invalsweg naar de stad met een busverbinding dicht in de buurt. Nu dat laatste is wonderbaarlijk goed gelukt, de bus naar het centrum vertrekt hier nog geen dertig meter vandaan. Morgen meer over Perth.

9 november - Een heel interessante dag.

Interessant vooral gezien de veranderingen die we zowel in landschap als klimaat binnen enkele honderden kilometers waarnemen.
Maar, laten we beginnen bij het begin van vandaag. Eerst een tripje naar het zuiden om de kust te bekijken. Die is echt erg mooi, grote rotspartijen die de zee insteken en mooie baaien met grootste golfslag. Het mooiste was ongetwijfeld dat een langstrekkende humpback whale ons wilde groeten. Hij was niet echt dichtbij - zeker 1 a 2 kilometer in zee- maar het gigantische beest ging regelmatig op zijn/haar zij liggen en klapte met de zijvin op het water. Dit klinkt niet erg indrukwekkend, maar het is ongelooflijk hoe groot het beest is. Zeker met de verrekijker was het heel goed te zien!
Daarna naar een centrum waar (bedreigde) papagaaien worden gefokt. Veel soorten papagaaien zijn in Australi� ernstig bedreigd. Hier probeert men deze soorten te fokken en voor uitsterven te behoeden. Een heel mooi initiatief, alhoewel men zich goed bewust is van het feit dat men gefokte vogels nooit terug zal kunnen zetten in de natuur. Het is een puur priv� initiatief dat al 25 jaar geleden is gestart. Men heeft er een zeer interessant, leuk en mooi geheel van gemaakt. De complimenten!
Daarna naar de twee van de op papier mooie gorges van dit gebied. Wellicht zijn we de afgelopen twee weken toch wat verwend geraakt, het was leuk maar de verwachtingen waren hoger gespannen zullen we maar zeggen.
Nu verder richting Perth. We zien het landschap om ons heel veranderen. Steeds meer velden vol graan, hoe dan ook meer uitbundige begroeiing. De dorpjes worden steeds groter (voor Australische begrippen althans), en � de temperatuur daalt onwaarschijnlijk snel. Twee dagen geleden zaten we nog dik in de dertig graden, op deze camping is het - toegegeven in de avond - echt geen twintig graden. Echt een heel andere categorie dan we gewend zijn. Vanavond gaan voor het eerst beide slaapzakken op het bed! Ook voor het verkeer is heel anders. We hebben vandaag de laatste drie uur meer auto�s gezien dan in de voorafgaande periode bij elkaar! En elkaar onderweg groeten is er ook niet meer bij.
Via een omweg in een Nationaal Park gaan we morgen naar Perth. Ben benieuwd wat voor stad dat blijkt te zijn.

Tuesday, November 08, 2005

8 november – Niet langer in de tropen.

We hadden een lange rit gepland vandaag. Al vroeg in de ochtend kruisten we de zuidelijke keerkring, we zijn dus niet langer in de tropen. In sommige opzichten vinden we dat niet echt erg. De omgeving is moeilijk te omschrijven, je zou bijna zeggen indrukwekkend eentonig. Opnieuw honderden kilometers door niet of nauwelijks begroeid vlak gebied. Wat zou water hier wonderen kunnen verrichten. Maar dat is er – de vele, vele geheel droge rivieren in aanmerking nemende – kennelijk niet. Opnieuw moeten we naar onze autoband laten kijken, ook na de reparatie loopt hij (wel veel langzamer) leeg. Ook deze keer worden we keurig geholpen, maar het lek is ook na goed zoeken in de waterbak niet echt te vinden. De beste gok is dat het ventiel niet goed meer werkt, dus we krijgen een nieuwe. Zeker twintig minuten met ons bezig geweest, kosten nul. Kom om dat soort service nog maar eens in Nederland aan!
Op het einde van de langste rit tot nu toe (680km) rijden we een ander gebied binnen. Onder andere uitgestrekte graanvelden en veel meer begroeiing. We rijden door het Kalbarri National Park en overnachten nu in Kalbarri zelf. Morgen gaan we het park verkennen, daarvan dus later verslag. Overigens waait er hier nog steeds een koele wind uit zee.

6 en 7 november – Twee dagen zee, zon en … wind.

De eerste dag gaan we met een glasbottom boat snorkelen. Onderweg naar de snorkelplekken varen we over zeer indrukwekkende koralen. We hebben best al wat koraalriffen gezien, maar dit overtreft alles. Kilometer na kilometer zeer gevarieerd rif, echt bijna elke vierkante meter is volgebouwd met koraal. Heel bijzonder. Snorkelen is altijd leuk, zo ook nu. De temperatuur van het water valt echter fors tegen, na nog geen half uur komen we verkleumd het water uit. Op naar de volgende plaats waar we nog geen kwartier later opnieuw het water ingaan. De onderwaterwereld is fantastisch! Maar warm zijn we nadien niet meer geworden. Dit komt niet in de laatste plaats doordat het hier voordurend waait. Een koude oceaanwind, helemaal vanuit India. Het kan hard waaien of minder hard waaien, maar in de afgelopen ruim twee dagen hebben we nog geen minuut windstilte gehad. Een praktijkopvoeding windchillfactor! Per saldo echter was het meer dan de moeite waard. Het dorpjejeje zelf stelt niets voor. Twee campings, een paar winkeltjes, een hotel en een benzinestation. Na veel zoeken blijkt dat je in de bar van het hotel ook een fles wijn kan kopen.
Dag twee moet het hoogtepunt worden. Opnieuw gaan we snorkelen, maar nu met een echte boot. Het eerste en belangrijkste doel is een Manta Ray te vinden. Dat is een hele grote vis uit de roggen familie die elke kenner eens in zijn leven gezien wil hebben, zo ook wij. En de Manta Ray komt hier veel voor. We zijn niet over een nacht ijs gegaan. We hebben geboekt bij een cruisemaatschappij die zelfs een vliegtuig inzet om de baai af te zoeken naar een Manta Ray, wat kan je nog mee? Nu best nog wel wat! Om de goden gunstig te stemmen hebben we geen wegwerp onderwater camera gekocht en zelf het gewone fototoestel thuisgelaten!
Wetende hoe koud het water was hebben we voor vandaag een wetsuit gehuurd en ons er in gehesen Na een half uurtje varen komen op de beloofde plaats aan. Nu, om een lang verhaal kort te maken, we hebben in onze boot bijna twee uur rondjes gedraaid. In vol ornaat zaten we vol verwachting klaar. Om ons heen draaide een vliegtuig veel sneller veel grotere rondjes, dat moet dus goed gaan nietwaar? Nee dus, wat we vonden; geen Manta Ray. Het geluk dat we in Afrika hadden met de natuur, laat ons heer deerlijk in de steek.
Het volgende doel is het zoeken naar schildpadden. Dat die hier veel zijn hadden we gisteren tijdens het snorkelen al gezien (twee in 30 minuten) maar het aantal dat we hier vanuit de boot boven water zagen komen om adem te halen was onwaarschijnlijk. Er moeten hier honderden en honderden rondzwemmen. Leuk vanuit de boot, maar onderwater toch nog leuker.
De volgende stop is snorkelen, op jacht naar haaien. Ook dat is succesvol, wel erg hard werken tegen de stroming en het getij in, maar we vinden drie haaien en een onnoemelijk groot aantal vissen. De laatste stop is een meer algemeen snorkelgebied. Opnieuw leuk met schildpadden en octopussen, maar met een groep van 10 mensen snorkelen die allemaal hoognodig op het zelfde moment boven de schildpad willen hangen… Niet echt iets voor ons.
Conclusie over twee dagen Coral Bay? Fantastisch koraal, koud oceaanwater (dus wetsuit) en (te) veel koude wind. Morgen verder naar het zuiden. Hopelijk is daar minder wind.

5 november – Onderweg, weinig over te vertellen.

Omdat er erg weinig afwisseling was in het landschap waar we ongeveer 500 kilometer doorheen reden is er over vandaag weinig te vertellen. Opnieuw word je duidelijk hoe immens groot dit land is, en deels erg vlak Weinig begroeiing, gebrek aan water is het grootste probleem. Wel onze eerste emoes gezien. Inmiddels hebben we een aantal beschrijfbare CD’s gekocht en elke avond fabriceren we met behulp van Itunes en de grote database van bijna al onze CD’s die op de laptop staat een paar CD’s voor de volgende dag. We hadden gehoopt op een Camper met ouderwetse cassette bandjes waar we direct via de Ipod muziek mee af zouden kunnen spelen. Maar helaas, we hebben een moderne radio met CD speler… dus dan maar CD’s branden. Toch is het een uitkomst, want het maakt het rijden wel een stuk aangenamer. In Coral Bay komen we tot de conclusie dat hier de – zeewind – temperaturen heel anders zijn dan we gewend zijn. Cora heeft haar fleece al aangehad.
Morgen gaan we op een korte snorkeltrip en overmorgen op een lange. We zijn benieuwd, niet in de laatste plaats naar de temperatuur van het water.

4 november - Karijini is een mooi park.

Door de branden konden we een echt mooi deel van het park niet zien, maar wat we vandaag wel gezien hebben was al prachtig. Schitterende kloven, mooie uitzichtpunten. Leuke wandelingen in de Gorges (het afdalen erin ging best, maar de 120 meter recht omhoog in 30 graden plus�). Echt een heel aparte ervaring, ook omdat we met een klein groepje van vier waren. Soms voelde je je alleen op de wereld. En je ziet steeds om je heen dat je eigenlijk dwars door bergen ijzererts loopt. Alles is diep rood, hier in de omgeving is nog voor 100 jaar erts - het grootste depot ter wereld - zo zeggen de experts.
Onze gids/ chauffeur was een heel plezierig man, zo kon de dag niet stuk en dat ging hij dan ook niet. We zijn blij toch nog een dag gebleven te zijn. Morgen even ruim 500 kilometer naar de kust, Coral Bay. Dat klinkt in ieder geval veelbelovend.

3 november - Om te beginnen, mijn broer Eric is vandaag 50 jaar geworden. Van harte gefeliciteerd!!

Gezien dit heugelijke feit - dat hier natuurlijk al acht uur eerder begon dan in Holland - was vandaag een kleinigheid als een lekke band niet meer dan een rimpeling in een stille vijver. Gisteren zag hij er al verdacht zacht uit, bij het benzinestation opgepompt. Toch nog 600 kilometer op gereden, maar vanochtend, nee. Dit potenti�le probleem wetende, keken we gisteren al extra goed uit of we in Port Hedland een bandenzaak zagen, en dat deden we. Om 08.00 uur stonden we op de stoep, om 08.20 uur reden we met een gerepareerde band weer weg, En het allermooiste was dat ik niks hoefde te doen. Geen krik opzoeken, alsmede de plaats waar je hem wel en niet onder moet zetten en de wagen opkrikken. Niet met een onmogelijke sleutel proberen onwaarschijnlijk goed vastzittende bouten los te draaien�. en dan heb ik het nog niet over het losschroeven van het reservewiel en het weggewerkt krijgen van het kapotte wiel. Nee, alles werd voor ons gedaan, en dat voor 25 dollar (15 Euro).
Na enige overwegingen of we direct via de kust naar de snorkelstranden zouden gaan of via een omweg de binnenlanden in om het Karijini National Park te bekijken besloten we voor het laatste. Ongeveer 300 kilometer het binnenland in draaien wij het park binnen. Voor het eerst moeten we entree betalen, niet al te veel, 10 dollar. Echter, die tien dollar bleek weggegooid geld geweest te zijn. We hadden vandaag al verschillende bos/gras branden gezien, maar de laatste bleek te zijn in het deel van het park waar wij van plan waren naar toe te gaan. Dat deel was nu afgezet en dat zou nog zeker 3 a 4 dagen duren. Het deel waar je nog wel kon komen, was� alleen voor 4WD.
Het zit ons niet mee met de parken hier in het noorden. Als we ooit terugkomen doen we dat gezien de hitte zeker twee maanden eerder in het seizoen en met een 4WD wagen. Die heb je hier nodig om echt uit de voeten te kunnen en de gemakkelijk bereikbare parken hebben we inmiddels gehad.

Op de lokale camping aangekomen lopen we opnieuw het stel Zwitsers tegen het lijf dat we ook al op de camping van de vorige dag alsmede in het Visiting Centre van het Park tegenkwamen. Ze hadden hetzelfde probleem als wij en vroegen of wij morgen misschien niet mee wilden met een georganiseerde tour het park in. Dan waren we met zijn vieren en zouden we meer kans maken dat de operator wilde gaan. Wij (Cora!) zijn de vervelendste niet, dus we zeiden oke. Laten we kijken hoe ver we komen. En zo kwam het dat we morgenochtend alsnog een tour in het park gaan maken.

Monday, November 07, 2005

Het gaat ons goed. met de verbindigen minder!

Het is al weer even geleden dat we een echte update hebben kunnen geven, het valt bitter tegen hoe weinig dit hier mogelijk blijkt te zijn via de eigen laptop en datacard. Dit tussendoortje is vanuit een internetcafe in Coral Bay. We hebben hier twee dagen aan zee gezeten. Varen, snorkelen, enz. Een uitgebreider verslag komt weer zodra dat kan.

Voor nu het beste aan iedereen van ons beiden.

Wednesday, November 02, 2005


2 november - 600 kilometer niets

De een zou het misschien als puur saai zien, wij niet. We hebben vandaag 600 kilometer gereden over een totaal vlak land. Hierbij vergeleken is Nederland heuvelachtig. De begroeiing is spaars, grassen en lage struiken. Uur na uur, wat is dit land toch indrukwekkend groot! We kwamen uitsluitend twee roadhouses tegen, dat zijn benzinestations uitgebreid met een winkeltje en koffieshop (nee, niet de Nederlandse versie).
Na die 600 kilometer kwamen we aan in Port Hedland. Dat is de plaats vanwaar onder andere veel ijzererts verscheept wordt dat in het binnenland in onnoemelijke hoeveelheden wordt gedolven. Hoeveel? Alleen al vanuit de Newman mijn komen hier per dag 7 treinen met ijzererts aan van 2,6 kilometer lengte om in schepen van 400 meter lengte geladen te worden, vooral voor China en Japan. Heel veel is echt heel groot in dit land.

Morgen gaan we weer de binnenlanden in, het updaten van het weblog zal wel even duren.

1 november - Rustig dagje Broome

Geen kilometers vreten vandaag. Rust! Uitslapen, de wekker gaat pas om 07.00 uur af. Op ons gemak opstaan, ontbijten. Twee wasmachines volladen en lekker naar de andere bewoners van deze camping kijken. Tot nu waren de campings waarop we stonden vrijwel leeg, deze is zeker voor 80% vol. Veel mensen lijken hier weken, maanden zo niet jaren te staan. Er zijn bussen die tot in de assen weggezakt zijn in het zand. Er lopen best wel wat weerdo�s bij. Zo hebben we iets verderop Jezus, hij rijdt op zijn mountainbike rond, heeft geen tent of spullen en slaapt in de open lucht. Maar, met de meesten hier is niet mis, ze hebben alleen kennelijk alle tijd van de wereld. Er zijn verassend veel jongelui bij.
Na de was gedaan te hebben, eerst naar Pearl Luggers. Broome heeft een lange historie als plaats waar parel(moer) wordt geoogst uit zee. Pearl Luggers - een wat kleinere pareloester producent - heeft daarover een uitstekende overzichttentoonstelling gemaakt met een prachtige uitleg erbij van een bevlogen Australi�r. Daarna een lunch van gemarineerd Pareloestervlees met een glaasje witte wijn. Echt heel bijzonder en lekker! Dan snel boodschappen doen, want om 15.00 willen we bij de crocodile farm zijn, want op dat tijdstip worden ze gevoerd. Heel veel krokodillen wijsheden verder gaan we op ons gemak de zonsondergang zien op Cabel Beach. Het zegt jullie niets, voor ons is het tien minuten lopen van de camping, maar voor een Australi�r is het het summum. De zon wordt op het laatste moment nog dwarsgezeten door de wolken. Jammer, maar het was niet slecht. Edoch, het seafood eten in de plaatselijke strandtent maakt alles goed. Heerlijk. Dit niet echt dure maar echt heerlijke eten, tezamen met het geweldige weer dat nu eens niet al te drukkend warm is, doen je begrijpen waarom velen hier wat langer blijven dan gepland.
Wij zijn sterk! Morgen gaan we weer ouderwets aan de bak, rijden!!

Tuesday, November 01, 2005


31 oktober. Een gekke dag.

Het begon vandaag echt goed. Uiteraard op tijd op, zo hoort dat bij de Australi�rs. Die liggen om 10 uur �s avonds echt op een oor, en zijn ook echt vroeg op. Dat eerste hebben we best wel onder de knie, maar dat om 10.00 naar bed nog niet helemaal�.De eerste stop is Geikie Gorge, waar we een boottocht willen gaan maken. Nu krijgen we echt een demonstratie van het feit dat het seizoen hier dus echt al over is en wij er achteraan bungelen. Een paar minuten voor het vertrek van de boot komt er nog een echtpaar aan, dat verdubbelt daarmee de bezetting van de boot (in potentie 60 mensen). Toch was de tocht fantastisch. Schitterende rotsformaties, de een nog mooier dan de ander. Veel zoetwater krokodillen en vogels, we raken niet uitgekeken. Het vroege ochtendlicht is perfect voor foto�s,

Dan de teleurstellingen. Eigenlijk willen we naar twee nationale parken hier in de buurt, maar je kan er alleen met een 4WD komen. Dat zijn wij niet. Volgens de boeken worden er tochten georganiseerd vanuit de volgende grote plaats (Derby),is slechts een 280 kilometer of zo verderop. Wij dus op weg. Nu, Derby zelf is een plaatsje dat je direct tegenstaat. Moeilijk uit te leggen waarom, maar het heeft het gewoon niet. Opnieuw wordt je hier geconfronteerd met het Australische probleem van de Aborigionals. Overal lees je hier allerlei �verheven� zaken over. De eenheid met hun land, de overlevering van generatie op generatie van allerlei belangrijke informatie en geschiedenis. Overal loop je tegen uitgebreide tentoonstellingen aan waar deze zaken breed worden uitgemeten. En, de Aborigionals hebben grote delen van Australi� in eigendom gekregen, die best waarde gekregen hebben gezien de delfstoffen die er zijn gevonden. Echter de Aborigionals die je echt tegenkomt op straat zijn - op een doodenkele uitzondering na - wereldvreemde, regelmatig stomdronken mensen die hangen tegen de muur van de plaatselijke - drankverkopende - supermarkt of in de schaduw van een grote lokale boom liggen niets te doen. We hebben nog geen 3 Aborigionals iets nuttigs zien doen. Het is erg moeilijk om je daar echt een gefundeerde mening over te vormen.
Terug naar Derby, ook vol met Aborigionals.
Nu, hier bleek dus pas echt hoe laat we in het seizoen zitten. Natuurlijk klopt het dat de tours naar de parken die wij willen zien gehouden worden. In het hoogseizoen elke dag, nu een maal per week. En dat is op zondag, zes dagen van nu!! In dit desolate oord blijven we geen dag, laat staan een week dus de parken worden per direct afgeschreven. Wel jammer, want het zag er interessant uit. Dus ook geen overnachting hier, verder naar Broome. En dat blijkt (bijna 250 km verderop) echt een leuke plaats te zijn. Voor het eerst is ook de temperatuur dragelijk (voor ons betekend dat inmiddels minder dan 40 graden!!). We besluiten spontaan hier in ieder geval een dagje extra te blijven.

En, wat nog het meest bijzonder is, we hebben niet alleen op de mobiels, maar ook op de computer ontvangst. Weblog updaten betekend dat!

30 oktoker - Koelere oorden? Alleen op 900 meter hoogte!

Op tijd opgestaan. Vanaf 07.00 is de helikopterbasis bemand en we willen bij voorkeur niet op anderen zitten te wachten. Nu, daar hoeven we niet bang voor te zijn. We zijn de eerste klanten in twee dagen en kunnen zelf bepalen hoe laat we willen vliegen. 07.30 mag, maar wordt afgeraden want dan staat de zon nog te laag. Om 08.00 vliegen we. Het is niet onze eerste helikoptervlucht, maar het blijft toch heel bijzonder. Nog meer bijzonder is het landschap, zeker vanuit de lucht. Heel bijzondere rotsformaties. Soms lijken het gigantische bijenkorven, dan kathedralen. Een geweldig lang breukvlak snijdt dwars door het park, het is in totaal 800 km lang en als zodanig vergelijkbaar met de Andreasbreuk in California. De voordeuren zijn eruit gehaald, dus je kijkt bij elke bocht recht naar beneden. Even wennen, maar heel handig om foto�s te maken. Al met al een leuk en interessant avontuur, zeker als je het park zelf niet in mag omdat je daarvoor een 4W drive moet hebben.

Dan op naar Halls Creek. Een vroeger gouddelvers dorp. Goud is er weinig gevonden, maar het dorp is blijven bestaan (detail, vannacht verbleven we op de camping van het roadhouse dat ontstaan is als de kroeg om de dorst te lessen op weg naar Halls Creek). Diesel getankt en gezocht naar de afslag naar China Wall, en gevonden. Een gravel road naar een gek natuurverschijnsel. Midden in de heuvels is er een 8 km lange muur van kwartssteen. De hoogte varieert van minimaal tot 4 a 5 meter hoog. Hij is niet breder dan 50 cm. De stenen zijn in allerlei stukken verbrokkeld, maar de meesten liggen nog op elkaar. Hoe zoiets ontstaan kan zijn is niet alleen voor ons een raadsel. Heel bijzonder! Dan nog even doorkarren, nu naar het westen. De temperatuur was alleen op 900 meter hoogte lekker, het blijft dik in de 40 graden, zo niet net 50. Dat is echt andere koek!!

29 oktober - Groot en heet.

Na een goede - airco - nacht, op naar Keep River National Park. Geen groot park, maar wel met (op papier) een aantal schitterende wandelingen door heel bijzonder landschap. Nadat we de ingang van het park ingereden waren stopten we bij het nabijgelegen info centrum. Het goede nieuws was dat alle wegen open waren, zelfs voor - oppassende- 2 weel drives. Op zich bijzonder, want volgens het �regentijd schema� had het al gesloten kunnen zijn. Het slechte nieuws daalde als een - veel te - warme deken over ons heen toen we buiten op het bord de conditie van de wegen en wandelpaden stonden te bestuderen. De temperatuur hier moest dik boven de 40 graden liggen. En boven de 40 graden worden zelfs de meest fitte Australi�rs afgeraden te gaan wandelen, laat staan een stel Hollanders (over wiens fitheid verder geen mededelingen worden gedaan). En dan te bedenken dat we op een uiterst eenvoudige bushcamping zouden overnachten zonder elektriciteit en dus zonder airco. Verstandig als we zijn, draaiden we ons om en gingen verder. Naar Lake Argyle, een kunstmatig stuwmeer, net over de grens naar West Australi�. Inmiddels weet je dat het niet de bedoeling is om allerlei (etens)waren over de grens naar een andere staat te brengen. Maar als je ziet wat een grensovergang hier in de praktijk echt betekend!! Europa (pre Schengen!) was een open huis, net als de internationale aankomst in Sydney!
We komen bij de grensovergang aan. Voor die tijd hebben we op de laatste parkeerplaats een hele zak met prima maar niet toegelaten spullen in de container geduveld. Pinda�s, rozijnen, kiwi�s, m�sli, komkommer, grapefruits, appels en sla. Doodzonde! Gelukkig hebben we geen honing bij ons, want dat mag ook al niet. Alsof bijen weten aan welke kant van de grens ze vliegen. Denk niet dat dit een futiliteit is. We worden uitgebreid aangehouden. De verboden artikelen worden ons voorgelezen, de boetes zijn hoog en of we dit soort contrabanden bij ons hebben. Nee mijnheer de inspecteur, dat hebben we niet. Die hebben we twee kilometer geleden met pijn in het hart in de container gegooid! Dat geloof ik graag, aldus inspecteur, maar ik moet dat toch echt zelf onderzoeken. Natuurlijk, geen probleem, kom binnen. Alle kastjes open. Niets gevonden, je denkt gezellig praatje pot. Inspecteur weet te melden dat het hier 1 � uur vroeger is - handig, hadden nu niet direct aan gedacht - en dat het nu al 43 graden Celcius was�.. Het was al heet, maar na een dergelijk getal gehoord te hebben wordt het pas echt heet, en dan moet het ergste nog komen. Want volgens West Australi� tijd is het pas 11.00 uur. Maar niet alleen op die manier moet het ergste nog komen. De inspecteur wijst mij erop dat de Police Officer nog een onderhoud met mij wil hebben. Deze had zich inmiddels bij mijn raampje gemeld, maar ik was aan de andere kant van de wagen bezig de inspecteur te woord te staan. Blazen!! Echt, om 11.00 s�ochtends , blazen!! En, mijn rijbewijs. Niet het speciaal aangeschafte Internationale, nee het Nederlandse! Ze hadden geen clou welke gegevens ze in het dikke boek moesten overnemen, maar wat maakt het uit. Je bent ambtenaar en lid van de vakbond of niet nietwaar. Ik ben al Hendrik Burgemeester voor de Australische Telefoonmaatschappij, dus wat maakt het uit.
Dan denk je dat je er bent, weer mis.. West Australi� heeft een eigen immigratie dienst of iets wat er op lijkt. Er meldt zich opnieuw een ambtenaar, kennelijk in functie, want hij wil onze paspoorten hebben. Geen probleem, die hebben we. Een wat groter probleem is dat hij ze beiden helemaal gaat overschrijven, maar wat maakt het uit. Of je nu 10 of 20 minuten staat te wachten� Alhoewel, ik moet eerlijk toegeven dat ik blij ben dat we dit in Nederland bij de grensovergangen van onze provincies, nog niet bedacht hebben!!

Na een minuut op 20 mogen we verder. Het hele proces op zich is opvallend. Minstens zo opvallend is dat er na al die tijd nog niemand achter ons staat te wachten. Het land is hier echt leeg en verlaten. Vandaag heb ik na vijf dagen voor het eerst een auto in gehaald. Niet omdat we zo langzaam rijden (meestal toch wel 100 plus), maar er rijdt hier nauwelijks iemand over de op zich zeker echt goede hoofdwegen. Er gaat soms 30 minuten of zo voorbij voordat je een tegenligger ziet. Die tegenligger zwaait dan ook vaak naar je, zo blij is hij iemand te zien. Van weeromstuit zwaai ik inmiddels ook naar iedereen die ik tegenkom. Cora ziet daar niets in, maar ik kan het niet laten.

Behalve kilometers maken zijn we naar Lake Argyle geweest (zeer groot stuwmeer) en hebben we boodschappen gedaan in Kununurra. Op dit moment overnachten we in Turkey Creek. Morgen gaan we proberen een helikoptervlucht boven Bungle Bungle te regelen. Daarna verder naar het zuiden. Dat betekent hier naar koelere oorden!

28 oktober - Australi� groot? Welnee, piepklein!!

Een thema van onze reis in Spanje werd; wat is de wereld toch klein. Nu, daar kregen we vandaag weer een nieuw bewijs van. Eigenlijk echt onwaarschijnlijk..
Vanochtend konden we relaxed opstaan, de eerste boottocht door Katherine Gorge begon pas om 09.00. We hadden geboekt voor de twee uur durende tocht. De camping was vrijwel verlaten, in geen 30 kilometer in de omgeving was er een slaapplaats te vinden, dus je denkt; zal wel lekker rustig zijn op de boot. Volledig mis, zeker 50 mensen gingen mee en dan was er nog een speciale extra tour om 08.30 ingelast voor een bus vol toeristen.
Katherine Gorge is alleraardigst. Niet het einde van de wereld, maar leuk om gezien te hebben. Het blijft onwezenlijk te horen dat het water hier in het natte seizoen in luttele dagen 5, 10, zelfs 20 meter kan stijgen. Dat het nu vrijwel stilstaande water over enkele weken met 40 kilometer per uur door de Gorge raast. Dat in 1998 de overstromingen zo erg waren dat zelfs het 30 kilometer verder gelegen Katherine onder water stond. De natuur hier is echt onvoorstel- en onvoorspelbaar.

Maar nu naar het meest bijzondere deel van de dag. Na afloop van de boottocht lopen we naar boven naar de uitgang, en wie staan daar te wachten op de volgende tour?? Onze achterburen uit Bleiswijk; Rinus en Netty Olierook. De laatste keer dat we ze gezien hebben was op ons feest in 2001. Hoe bestaat het! We blijken beiden enkele weken door Australi� te reizen, maar de enige overlap in onze programma�s zijn Kakadu en Katherine. In het, noodgedwongen korte praatje want hun boottour staat op vertrekken en de kaartjes man wil knippen , blijkt dat we gisterenochtend al op de zelfde boot in Yellow Waters gezeten te hebben. Maar daar was zoveel moois te zien dat je echt geen oog had voor anderen. Hoe bestaat het, dat kan toch bijna geen toeval zijn!! We maken op de valreep de afspraak in januari bij te praten wanneer ook wij terug zijn in Nederland.

De rest van de dag besteden we aan nog wat boodschappen doen en verder reizen naar het westen. De temperatuur is echt hoog, 40 plus. In de zon moet je midden op de dag echt niet al te lang zijn. Lang leve de airco!!

Mijn reparatie aan de lekkage bleken niet gewerkt te hebben. De siliconenkit hechtte niet voldoende, het lekt nog steeds. God straft direct, want nu moet ik de siliconenkit weer van het geheel lospeuteren en niet zoals gepland dat de verhuurmaatschappij in de maag splitsen. De volgende poging is het geheel omwikkelen met vershoudfolie en straktrekken. Een waterpomptang zou wonderen kunnen verrichten, maar als je geen gereedschap hebt�. Dan moet je wat anders, nietwaar!