Thursday, December 29, 2005

28 december – Op naar Coff’s Harbor

Reisdag vandaag. We hadden gisteren afgesproken dat de taxi die ons naar Hobart had gebracht ons om 08.30 uur zou ophalen om naar het vliegveld te gaan. Hij was prompt op tijd. Dan wordt het een lange dag. Eerst inchecken, dan wachten, vliegen naar Sydney waar we overstappen, dan vier uur wachten op de vlucht naar Coff’s. De vlucht op zich vertrekt op tijd, maar omdat er een gigantisch onweersfront ligt op weg naar de bestemming vliegen we een half uur om teneinde het te vermijden. De landing is best spannend, we vliegen op de rand van het onweersgebied op de landingsbaan aan. Wel heel spectaculair om te zien, het onweer en op tientallen meters kolkende wolken. Het vliegtuig wordt op en neer en heen en weer geschut. Iedereen houdt zich aan de leuningen vast. Het vliegtuig vermindert geen vaart bij het landen, maar gaat juist sneller vliegen. Zeker twee keer zo snel als anders… Eerst komen we met één poot van het landingsgestel op de grond, een enkele tel later ook de andere. So far so good. Omdat het maar een klein propellervliegtuig is komt het hard remmend ook nog op tijd tot stilstand. Een collectieve zucht van verlichting ging door de cabine en wellicht ook de cockpit!
Om 19.00 uur zijn we weer terug waar we negen weken geleden vertrokken zijn.

Tot 4 januari zijn we weer bij onze familie in Coff’s Harbor. We zullen het weblog deze dagen wat minder frequent bijhouden.

27 december – Inpakken en wegwezen

Met lichte tegenzin begonnen we op tijd aan het inpakken van de spullen en het schoonmaken van de camper. Cora kreeg het uiteraard weer voor elkaar om alles ingepakt te krijgen, alhoewel ik moet toegeven op een gegeven moment ook zo mijn twijfels gehad te hebben. Dan het schoonmaken van de camper. Nu, de mensen na ons hebben het heel wat beter getroffen dan wij. Toen wij de camper ophaalden, bleek hij bepaald niet schoon te noemen. Maar om er met de Franse slag doorheen te gaan, zit niet in ons systeem (en al zeker niet in dat van Cora). Maar, al met al waren we iets over 12.00 uur klaar, dat viel per saldo alleszins mee. Het was maar een paar kilometer naar het inleverpunt, waar we in tien minuten klaar waren. Mocht ook wel met zo’n schoon geheel. Met de taxi naar Hobart, waar we voor de nacht een hotel hadden geboekt. Om 13.30 uur zaten we aan een heerlijke lunch met een glaasje campagne om de behouden tocht te vieren. We hebben linksrijdend, in een ook weer niet kleine camper 17.000 km afgelegd, met als ergste probleem een lekke band. Daar mag je bepaald niet over klagen.
De middag hebben we door Hobart gelopen, best een leuke stad. Ook weer aan een mooie baai, daar heb je er hier wat van in dit land. Omdat de Sydney – Hobart zeilrace momenteel aan de gang is worden er in de haven grote tenten opgezet. Morgen komen de eerste grote jachten aan en dan is het hier dagen feest. In de stad zelf is het een wat gekke situatie. In een land waar veel winkels 7 dagen per week open zijn, blijken hier nogal wat winkels gewoon een goede week dicht te zijn. Op vakantie! Dat maakt het geheel toch wat minder gezellig.
Tijdens het diner nog even teruggeblikt op de tocht door Tasmanie. Het is een buitengewoon afwisselend en mooi eiland. Het weer is onberekenbaar, maar dat hebben we er graag voor over gehad. We hadden hier best langer door kunnen brengen, maar op is op. Morgen vliegen we.

Monday, December 26, 2005

26 december - Laatste echte dag van de campertocht



Het kerstdiner "a deux en camper" is gisterenavond prima verlopen. We misten wel de sfeer en de gebruikelijke familie, maar aan het einde konden we geen pap meer zeggen. Toch vanochtend weer vroeg op. Op de laatste echte dag hier staat Bruny Island op het programma. Meer specifiek een boottocht rondom een deel van dit eiland. Kwart over zes loopt de wekker af (op dat tijdstip na kerstavond waarschijnlijk de enige in heel Tasmanie). Mooi op tijd gaan we op pad. Nu, we zijn vrijwel de enige op de weg (surprise. surprise) dus we vliegen naar de plaats van vertrek, waar we dan ook drie kwartier te vroeg zijn.
Eerst met een boot naar het eiland, dan een bustocht over het eiland naar de andere kant en vandaar begint de tocht. We horen dat ze met twee boten (100 man) volledig volgeboekt zijn en 100 mensen hebben moeten afwijzen. Boffen wij dat we nog een plaatsje hebben veroverd!
We boffen opnieuw als we de boot opgaan. We kunnen nog de voorste twee plaatsen in de eerste boot nemen. Die hebben zonder meer het beste uitzicht, maar als het gaat regenen heb je er geen enkele, maar dan ook geen enkele bescherming. De statistiek voor wat betreft het al dan niet gaan regenen is bepaald niet in ons voordeel. Ze zeggen dat Tasmanie net als de rest van Australië vier seizoenen kent, maar dan op een dag! Nu, wij hebben al tien dagen lang alleen maar herfst gehad. Toch gokken we het erop en... het blijft zowaar droog. Wel hebben we grote rode waterdichte pakken gekregen en een wollen must tegen de kou. Omdat de boot soms 40 kilometer per uur vaart (en dat is op het water echt hard) komen die meer dan van pas. Het ziet er niet uit, maar die foto's houden we voor ons zelf.
De trip zelf is fantastisch. We varen onder schitterende hoge kliffen door. Langs grotten en blowholes waar het water uitspuit. Veel vogels en als hoogtepunt, hele kolonies zeeleeuwen. We hebben er een van voor jullie op de foto gezet.
Na drie uur terug waar een lekkere lunch wacht, ja we boffen toch maar om dit allemaal mee te mogen maken.
Nu zijn we (Cora) bezig met het minst plezierige deel van de trip, het schoonmaken en opruimen van de camper. Die moeten we morgen inleveren. Alle overgebleven spullen hebben we aan een aardige Australische mevrouw gegeven die regelmatig langs onze camper liep en waar we af en toe een praatje mee maakte. Omdat het toch wel een hele doos vol geworden was riep ze haar echtgenoot om de doos te komen dragen. "Where do you come from", vroeg de man. "Holland" riepen we in koor. "Aangenaam, Meeuwesen is de naam". Hij blijkt in 1951 vanuit Nederland geëmigreerd te zijn. Hij spreekt nog best goed Nederlands, leuke ontmoeting. Morgen naast verder schoonmaken, inpakken... Dat zal een hele klus worden, je koopt hier wat en daar wat en bovendien ook nog best wat boeken.. Cora houdt haar hart vast.. Maar, ik ben ervan overtuigd dat het haar ook deze keer wel weer zal lukken.

Sunday, December 25, 2005


25 December - Kerstmis.

Ook hier op het weblog wensen wij graag alle lezers prettige dagen en een geweldig mooi 2006 toe.

Niks lekker luieren op eerste kerstdag, we zijn immers niet zomaar vakantiegangers, we zijn reizigers! Ok�, de wekker liep pas om acht uur af, maar dat was omdat het zondag was. Bovendien zijn we niet gezwicht voor de kerstlunch die de camping in de aanbieding had. Nee, aan het werk.
Vandaag stond Mount Field NP op het programma, een goed uur rijden hier vandaan. Opnieuw een bergachtig gebied dat ditmaal gekenmerkt wordt door watervallen en hoge bomen. We maken er een wandeling van drie uur en hebben eindelijk eens wat lol van alle regen die we hebben gehad, de watervallen kletteren dat het een lust is. Heel spectaculair. Er staan hele hoge bomen, de Swamp Gum Tree. Deze kan 70 tot 80 meter hoog en 400 jaar oud worden. Ik kan jullie vertellen, als je onder zo�n boom staat en naar boven kijkt is dat echt knap hoog. En ook gek te bedenken dat zo�n boom misschien al groeide toen Abel Tasman hier in 1642 als eerste Europeaan langs voer.
Via een mooie route weer naar de camping. Op tijd terug om aan het kerstdiner te beginnen.

Normaal gesproken schrijf ik het weblog na het eten, vandaag niet. Wat het eten gaat brengen weten we nog niet. Maar de wijn die we gekocht hebben is in ieder geval uitstekend!

Saturday, December 24, 2005

24 december - Het weer is echt onvoorspelbaar.




Vandaag staat een beetje in het teken van het - veranderlijke! - weer. Eerst moest vanochtend voor de laatste keer gewassen worden. Twee machines vol. Na een goed half uur is de eerste klaar. De zon schijnt, het waait behoorlijk hard, dus ophangen die was. Hij is binnen no-time droog, aldus Cora. Nu, we waren nog niet klaar met het ophangen, of er komt me toch een donkere wolk over de berg heen schuiven� En ja hoor, even later begint het echt te regenen. Afhalen de was.. maar geen probleem, hij kan in de droger. Tegen de tijd dat de droger klaar is, straalt de zon al lang weer volop, de bui duurde nog geen 20 minuten. Na de droger leeggemaakt te hebben blijken we opeens over de nodige poppenkleertjes te beschikken. De temperatuurcontrole van het ding deugt voor geen meter. Ondanks dat Cora voor de laagste stand gekozen had, is alles op de hoogste stand gedroogd. De enige troost is dat alles inderdaad droog is!!
Het erg wisselvallige weer blijven we de rest van de dag hebben. Dat heeft wellicht ook te maken met de zeer bergachtige omgeving hier. Zo is het prachtig, even later zie je geen hand voor ogen. We hebben vandaag een tocht gemaakt over het belangrijkste schiereiland. Echt mooi, maar soms zag je ook geen hand voor ogen. Hetzelfde geldt op dit moment op de camping. Zo trek je het gordijn dicht omdat de zon te heet is, geen tien minuten later staat de camper heen en weer te schudden door de regenvlagen. Echt te gek. En zodra de zon echt ondergaat, koelt het hier heel erg af. Dan merk je dat je eigenlijk ook weer niet zo ver van Antarctica afligt.

Friday, December 23, 2005

23 december. Van alles wat.



NB Endelijk gelukt! Allen in de hoofdstad van deze staat blijkt het mogelijk te zijn verbinding te maken. Maar, het goede neiuws ia dat we hier de eerstvolgende dagen zitten. Voor de volhardende lezers, zes dagen weblog lezen... sterkte!!


Al kort na vertrek stond een wandeling langs de hier spectaculaire kust/kliffen gepland. Nu, deze wandeling was fantastisch mooi. De uitdrukking, daar wordt je stil van, kwam meer dan eens bij mij boven. Omdat we er vroeg waren hadden we de gehele wandeling van anderhalf uur voor ons zelf, wat er een extra tintje aan gaf. Daarna richting Hobart, maar eerst langs de camping waar we de laatste dagen zullen staan. Onze telefonische boeking was goed verlopen, we werden verwacht. Daarna op naar Hobart, nu nog niet zozeer voor de plaats zelf, dat komt nog wel, maar om te proberen nog te boeken voor een heel speciale boottrip van meer dan drie uur langs Bruny Island. Er kunnen maar 48 mensen op de boot, dus we hielden ons hart vast.. maar er was op maandag nog plaats. Dat betekent dat de laatste echte dag (dus niet de schoonmaak-, inpak- en camperinleveringsdag) nu vastligt. Na dit goede nieuws zijn we Mount Wellington opgereden. Dit is de berg waar tegenaan Hobart is gebouwd. Deze berg is meer dan 1200 meter hoog, maar de voet ervan komt uit in zee. Een heel bijzonder fenomeen. Ook bijzonder was het geweldige uitzicht dat je vanaf deze berg had. Niet alleen over Hobart en de baaien eromheen, maar eigenlijk over geheel Zuidelijk Tasmanie. Opnieuw stonden we met verbazing naar het grootse uitzicht te kijken. Tasmanie is echt een geweldig gebied. Op de weg terug naar de camping de kerstinkopen gedaan. In ons campertje wordt het geen zes of zeven gangen diner, maar we zullen zeker niet van de honger omkomen (dit voor het geval iemand zich daar zorgen over maakt)

22 december. Naar het zuiden.




Het belangrijkste doel van vandaag is Port Arthur, ooit de belangrijkste strafgevangenis van Australi�. Opnieuw op papier best wel een stuk rijden, maar de wegen vielen weer mee en met de lunch zitten we al een aardig in de buurt. We vonden er een mooi plekje voor, zie foto. Dan Port Arthur. Je blijft je toch wel steeds opnieuw verbazen over de historie van dit land. De UK heeft in de periode 1780-1850 bijna 250.000 mensen (vrijwel uitsluitend mannen) gedeporteerd, waarvan het overgrote deel naar Australi�. Dat moeten voor die tijd toch onwaarschijnlijk grote aantallen geweest zijn. Soms werden ze direct in overheidsdienst geplaatst, maar meestal moesten ze gaan werken voor een �vrijwillige settler� hier. Deze laatste figuur kwam hier in Australi�, kreeg voor niets of heel erg weinig een heel grote lap grond en dan ook nog eens voor niets (ok, slechte inwoning en arme kost) werkkrachten erbij� Zo bouw je een imperium!)
Port Arthur was vele jaren in Tasmanie de gevangenis voor recidivisten. Het blijkt een - zeker voor die tijden - grote plaats geweest te zijn. Duizenden gevangenen (ook vele honderden kinderen vanaf de 10 jaar!), meer dan honderd militairen om ze te bewaken, honderden ambtenaren om alles na te tellen en daaromheen nog heel veel support. Dwangarbeid was the name of the game, bomen kappen en sjouwen, stenen hakken, boten bouwen, enz. Het regiem was niet zo erg als het eerder beschreven Sarah kamp, maar een lolletje was het absoluut niet. Lijfstraffen, eenzame opsluiting aan de orde van de dag. En dan te bedenken dat hier echt geen zware criminelen zaten. Op echte misdrijven stond simpelweg de doodstraf, moordenaars bijvoorbeeld vond je hier niet. Wel de bediende de in het bed van het kamermeisje aangetroffen was (18 maanden) of veel erger, het bed van een andere bediende (13 jaar!!). Of openbare dronkenschap, 2 jaar�.enz, enz.
Van het eens zo grote complex is weinig meer over. Lang wilden de inwoners niets weten van hun afkomst, dus werd er zoveel mogelijk verwoest van wat op hun afkomst als bestraften duidde. Zo heette dit eiland in den beginne Van Diemens Land, door Abel Tasman bij zijn ontdekking genoemd naar de toenmalige gouverneur van Nederlands- Indi� (de slijmerd). Maar medio 1800 had dit zulk een slechte naam gekregen dat men zelf de naam veranderde in Tasmanie. Toch is er genoeg over gebleven om een gevoel te krijgen hoe het er hier vroeger aan toeging, mede door de uitermate goede wijze waarop Australi� de informatievoorziening rondom dit soort zaken voor elkaar heeft. Daar kunnen wij een puntje aan zuigen. We zijn er drie uur gebleven en hebben om 17.00 uur een nabijgelegen camping opgezocht. Het is de een na laatste camping van deze trip en wellicht de mooiste. We staan midden in de natuur, uitzicht over een baai en we zien vele vogels rondom ons heen die we tot nu toe niet hebben gezien.
Ook dit bericht zal waarschijnlijk niet uitgaan, maar wie weet morgen. We hebben voor alle zekerheid voor de laatste vier avonden een camping gereserveerd, gezien de feestdagen. Deze ligt in een wat grotere plaats niet ver van de hoofdstad Hobart, dus wie weet.

21 december - Een tegenvaller, maar verder alleen meevallers.



Gisteravond waren we na nauwkeurige bestudering van de kaarten tot de verbazingwekkende conclusie gekomen dat een A weg (A-wegen zijn de belangrijkste doorgaande wegen), hier geen geasfalteerde weg kan zijn!! En op deze weg hadden we morgen verder willen gaan. Nu zijn wij niet de heiligste, dus een tiental kilometers zand, stenen en ribbelweg gaan we niet uit de weg, maar dit is meer dan 70 kilometer. Dat gepaard met het feit dat we absoluut onverzekerd zijn op dergelijke wegen maakt het noodzakelijk dat we een ander plan trekken. Een tegenvaller dus. Een deel van het Noord-Oosten schrijven we hiermee af, maar het einde van deze trip komt in zicht, erg spectaculair zag het er daar op papier toch niet uit en de tijd begint te dringen. Echterr Freycinet National Park aan de oostkust willen we absoluut niet missen. Dat is nu meer dan 250 kilometer rijden en met de gemiddelde snelheid van gisteren halen we dat nooit. Maar, wie niet waagt wie niet wint, dus op tijd op pad. Nu, de tocht viel alleszins mee. De meevallers stroomden binnen. Al snel verlieten we de steile bergen en regenwouden. Deze maakten plaats voor glooiende heuvels met hier en daar wat bossen. Een prachtig gebied met mooie uitzichten. Het blijkt een van de beste plaatsen van Australi� te zijn voor het fokken van schapen, en dat zie je dan ook. Tienduizenden schapen om je heen!
Onze gemiddelde snelheid in dit gebied vliegt omhoog en voor dat je het weet zijn we aan de andere kant van het eiland en bij een nieuwe oceaan. Konden we eergisteren van wal steken en in een rechte lijn naar Argentini� varen, nu komen we via dezelfde rechte lijn in Chili uit!
Na regen bij ons vertrek is het weer beter en beter geworden. We baden nu in de zon. Volgens Bartjes, hoort dat ook. De westkust krijgt veel van de neerslag van de oceaanstromingen, de rest valt in de bergen en het oosten ligt redelijk beschermd. Nu, voor vandaag klopt dat.
Voor drie uur staan we in de zon op het strand. De foto getuigd daarvan. Opnieuw ging Cora voorzichtig pootje baden, met hetzelfde resultaat. Koud!!
Na een lekkere strandwandeling verder het Freycinet National Park in, met opnieuw hele mooie natuur en spectaculaire kustgebieden. Vanavond staan we op de camping van Coles Bay. Morgen weer naar het zuiden.
Tot nu toe zijn we er nog niet ��n keer in geslaagd om op Tasmani� verbinding te maken met internet. Op dit eiland leven minder dan 500.000 mensen, waarvan de helft in de hoofdstad Hobart. Alle andere plaatsjes hebben geen of hooguit ��n mobile telefoon aanbieder en dat is dan steeds de staatsmaatschappij Telstra. Vrijwel iedereen heeft daarmee een roaming-overeenkomst. De uitzondering hierop echter is Vodafone, want dat is hier hun enige serieuze concurrent. En van wie heb ik de kaart voor het mobiele dataverkeer�. Juist, Vodafone! Nota bene ook nog eens omdat ik destijds ontdekt had dat dit de enige Europese aanbieder was die ook in Australi� actief was en al ik wist dat we daar naartoe zouden gaan. Zo zie je maar wat oppervlakkige kennis waard is. Voor Australi� had ik vast geen slechtere keuze kunnen maken!

20 december - Naar het hoogste punt van het eiland.




Vandaag op naar Cradle Mountain en Lake St. Claire National Park. Een afstand van niet meer dan 150 kilometers, maar we zijn er wel 5 uur voor onderweg. Deels door de zeer bochtige weg, maar vooral door de mooie uitzichten en de drie wandelingen (tjes) die we er maken. De eerste stop is een waterval die nu echt onwaarschijnlijk hard te keer gaat. In ons boek is het een klein stroompje, nu niet. De regen van de laatste tijd is toch noch ergens goed voor. Vervolgens een mooi uitzichtpunt. Maar, het nadeel van uitzichtpunten is dat ze meestal op een hoog punt liggen. Opnieuw klimmen dus, en niet zo�n beetje ook. Het resultaat zie je op de foto. Daarna nog een tochtje naar een hangbrug over een van de bekendste rivieren hier, de Franklin River. Ooit het middelpunt van een verwoedde strijd tussen milieuactivisten en de overheid, nu de rivier om over te raften. Maar, je moet wel drie weken uittrekken voor de 90 kilometer en nog geen 100 mensen per jaren voltooien de bepaald niet ongevaarlijke tocht. We zagen dan ook niemand onder ons doorglijden.
De laatste stop is Lake St. Clair. Een echt mooi groot en, uitzonderlijk hier, natuurlijk bergmeer. De meeste meren van enige omvang in Australi� zijn stuwmeren.
We hebben eerst een boottocht over het meer gemaakt, echt indrukwekkend zo tussen alle hoge bergen in (de bergen vari�ren hier in hoogte van 1300 tot 1900 meter). Daarna nog een wandeling, deels langs de oever en deels door de regenwouden. Ook mooi.
We hadden vandaag vrijwel de gehele dag redelijk weer, zelfs eventjes zon!!. Tegen de avond is het weer wat gaan regenen. Maar, zo hebben we nu wel door. Dat is zonder meer een onvermijdelijk onderdeel van het leven op dit eiland.

19 december. Drukke dag.




Opnieuw op tijd op, we worden om acht uur opgehaald van de camping en om tien over acht zitten we op de boot. We hebben uitgespat en de beste plaatsen gekocht, hetgeen meer dan de moeite waard bleek te zijn. We hadden de gehele tocht prachtig uitzicht, prima te eten en te drinken. De baai was ooit onderdeel van een van belangrijkste havens van Tassie, maar dat is al enkele tientallen jaren niet meer het geval. De belangrijkste oorzaak is de hele smalle toegang die er is om de baai binnen te komen. Die is slechts 60 meter breed. Nu, onze boot was relatief gesproken niet echt groot, maar wij vonden het al eng om de baai uit en in te varen, en dan nog met prima weer en weinig stroming. Op deze plek hebben 18 schepen schipbreuk geleden bij hun poging de baai in te varen. Dit gevaar, plus het feit dat er geen echt grote schepen naar binnen konden betekende 40 jaar geleden het einde van de activiteiten van de havens aan deze baai. Het vervoer (veelal ertsen) gaat per trein. Nu is er nog slechts de visserij en de toeristen. De naam van de ingang naar de baai is heel toepasselijk Hell�s Gate. Je zou wellicht denken dat dit op de moeilijke toegang zelf slaat, dat is niet het geval. In de baai ligt een eilandje, Sarah Island. Dat was van 1822 tot 1833 de zwaarste strafgevangenis van Tasmanie. Het eiland was berucht, gevangenen vermoorden er elkaar om zelf maar opgehangen te worden om zo uit hun lijden te worden verlost. De ingang van de baai, was de ingang naar de hel. Een onderdeel van de tocht was een bezoek aan het eiland en de ruines die ervan over zijn gebleven. Niet in de laatste plaats door de geweldige uitleg die we bij de rondgang over het eiland kregen was het een indrukwekkende ervaring. Onderdeel van de tocht was ook nog een stuk de rivier opvaren en een wandeling door het regenwoud hier. Opnieuw heel leuk. Het regenwoud hier is zoals je je een regenwoud voorstelt. Donker en ondoordringbaar.
De boottocht was dus zeker een succes. War minder succesvol was dat het weer in de loop van de dag steeds minder werd en uiteindelijk begint het weer te regenen. Op zich niet al te erg, want we hadden ons inmiddels naar de volgenden excursie van de dag gespoed, de treinreis met de gerestaureerde treinen over de idem spoorweg. In eerste instantie hadden we er wel wat de pee in dat het weer zoveel slechter werd, hierdoor zou ons - in gedachte- allerlei mooie vergezichten vanuit de trien ontgaan. De werkelijkheid was geheel anders. De trein was inderdaad fantastisch opgeknapt. De heuse stoomtrein geweldig, zeker gezien het feit dat het en hele speciale trein is die over een ook speciaal spoor loopt om de steile helling hier te kunnen beklimmen. Het probleem is echter dat je drie uur lang door het regenwoud rijdt en het zicht in dit regenwoud is zelden meer dan tien meter. Dit viel dus wat tegen, maar toch wel een aardige ervaring. Per saldo een lange mooie dag.

17 en 18 december - Naar Tasmanie




Een rustige dag. Uitslapen, op ons gemak ontbijten. Wat opruimen. Boodschappen doen. Het weblog van de vorige twee dagen schrijven, want daar was ik nog niet aan toegekomen. Opnieuw een robbertje vechten tegen programma�s die spontaan zaken gingen downloaden. Uit arren moede maar een echte firewall ge�nstalleerd. Groot succes, geen illegale downloads meer�., maar ook geen legale!! Dus geen internet. Het blijft behelpen, die mooie nieuwe technologie�n. Uiteindelijk gelukt, wel weer duur, maar de aandelenkoersen blijken het goed te doen, dat helpt weer.
Op naar de ferry. We reden er in een rechte lijn naar toe en kwamen op de minuut nauwkeurig aan om direct te mogen boarden. We waren bang dat het nu dicht bij kerst en de grote vakantie wel erg druk zou zijn, maar daar was niets van te merken. De ferry was nog geen kwart vol schat ik en wij al weken van te voren boeken�. De Spirit of Tasmania is best een mooi schip. We hebben een prachtige hut en reserveren direct een plaatsje in het restaurant. We hebben er een uur af wat later echt uitstekend gegeten. Je verwacht dat niet zo snel op een dergelijk schip, maar het was echt voortreffelijk. Niet alleen het eten, ook de wijn. Omdat het weer in de beruchte Bass Street vandaag heel rustig was viel het met de zeegang ook zeer mee en sliepen we mooi op tijd. Dat moest ook wel een beetje. Omdat we om 07.00 uur aan zouden komen en we natuurlijk voor die tijd ontbeten moesten hebben, zette Cora de wekker om 05.15 uur. We waren dan ook op tijd. Om kwart over zeven reden we op Tasmanie. Op die tijd (en ook nog zondag) is hier niets maar dan ook niets te beleven. Het plan was om eerst naar Stanley te gaan, een plaatsje aan de westkant van de noordkust. Hier heb je een heel vreemd gevormde ronde rots, het is de basalten kern van een vroegere vulkaan (zie foto). Onderweg zag het weer er lang niet best uit, maar op het laatste moment klaarde het op. We hebben op deze rots een mooie wandeling gemaakt, maar waaien dat het er doet..
Als je om 07.00 uur begint, is de dag echt lang. We besluiten dan ook �s middags verder te gaan richting westkust, het plaatsje Strahan is het doel. Onderweg moeten we door de bergen en de regenwouden. We weten weer waarom regenwouden regenwouden heten. En bergen zijn ons ook zelden goedgezind. Het stortte vanmiddag! Nu is dat hier niet echt een uitzondering. Het regent hier gemiddeld 300 dagen per jaar, dus wat wil je? Ondanks de regen beginnen we al wel een beetje verliefd te worden op dit eiland. Het is me toch mooi en rustig. Je waant je soms in een andere wereld. Morgen hebben we ons van weeromstuit een intensief programma aangemeten. Van 08.00 uur tot 14.15 uur gaan we een boottocht maken op en in de plaatselijke baai en van 15.15 uur tot 19.30 uur gaan we met een gerestaureerde, heel oude, trein een treinreis maken door het onherbergzame land naar de mijn waarvoor ooit het erts vervoerd werd. Ook de spoorlijn zelf is gerestaureerd. Aangezien dat over lange en hoge viaducten schijnt te gaan, hopen we dat deze restauratie goed is gelukt.
Helaas moeten we vaststellen, dat het updaten van het weblog hier onmogelijk is, geen verbinding te maken.

Saturday, December 17, 2005

15 en 16 december - Twee heerlijke dagen Melbourne.


15 en 16 december - Twee heerlijke dagen Melbourne.

Melbourne is een grote stad. Er wonen drie miljoen mensen en omdat er behalve in het centrum nergens hoogbouw is (de Australi�r leeft vaak in een vrijstaand huis, echter meestal zonder tuin van betekenis) is het een zeer uitgestrekte stad. Begin 90er jaren ben ik er enkele keren voor zaken geweest. Het is niet te geloven hoe een stad in nog geen 15 jaar kan veranderen. Toen stonden er misschien 5 echt hoge gebouwen, nu tientallen. En tot 250 meter hoog! Het Business District is het financi�le centrum van Australi� en dat kan je goed zien. Op straat is het erg druk. Het heeft wel een beetje weg van New York, maar dan in een menselijke maat, wel met dezelfde dynamiek. De rivier loopt dwars door de stad, aan de oever overal leuke terrasjes en eettentjes. Heel gezellig. Wat ook opvalt is het grote aantal ori�ntaalse mensen dat hier rondloopt. Veel meer dan in andere steden. De oorzaak is gelegen in het feit dat de vroegere goudvelden in Victoria vele duizenden Chinese goudzoekers heeft getrokken die vaak in Melbourne zijn blijven hangen. Daardoor is er al vanouds een kern Chinezen die tot en met vandaag een aantrekkingskracht heeft voor heel Azi�.
De huidige camping is er op uitgezocht dat hij een directe busverbinding heeft met het centrum, dat bleek in de andere grote steden prima te werken. De eerste dag was het stralend weer, we zijn de hele stad doorgelopen van hoogtepunt naar hoogtepunt. �s Middags een heerlijke Italiaanse lunch. Alhoewel we eigenlijk het plan hadden om ook �s avonds te blijven eten, konden we om zes uur niet meer op onze voeten staan. Dus besloten we terug te gaan naar de camper en in het naastgelegen winkelcentrum wat te halen bij de afhaalchinees die vele heerlijke hapjes had liggen. We misten de bus op 10 meter. Shit, maar een blik op het bord leverde als informatie op er op dit tijdstip van de dag elke 7 minuten een bus zou gaan. Even doorbijten dus op onze pijnlijke voeten. Na 7 minuten, geen bus, na 15 minuten, geen bus. 35 Minuten hebben we staan te wachten! De borden met informatie over bustijden zijn pure leugenborden. Op geen van onze vier trips kwam de bus binnen twee maal de maximale wachttijd, vaak nog erger. Toen bleek de afhaalchinees ook nog dicht te zijn (het was inmiddels half acht), iets waar we niet eens aan hadden gedacht want heel veel is hier bijna altijd open (supermarkten vaak van 6 uur �s ochtends tot 12 uur �s nachts). Maar, dat was eigenlijk het enge minpuntje van deze twee dagen. De volgende dag begon het weer dreigend, we gingen met jacks aan weg, Maar in de loop van de ochtend werd het weer stalend weer. Weer veel gezien, het grootste deel van de middag brachten we door in de National Gallery Een brandnieuw museum dat op zich al heel leuk was om van binnen te zien. Het bevat (vooral Europese) kunst vanaf de middeleeuwen tot nu. Best mooie stukken (o.a. twee Rembrands), maar voor ons was leuk dat er hier ook veel Engelse schilders hingen. Die zijn wij in andere musea zelden tegengekomen. Ongetwijfeld ook doordat het een nieuw museum is en men de ruimte heeft, is de opstelling van de kunst magnifiek. We verlieten het na 2 � uur omdat het dicht ging. Opmerkelijk was dat we nog geen 20 bezoekers hebben gezien, het aantal personeelsleden was ver in de meerderheid. En om de prijs hoeft men het niet te laten, het museum is gratis!
Nu �s avonds wel heerlijk aan de rivier gegeten. Het was er onwaarschijnlijk druk en dus zeer gezellig. Uren mensen kijken. Wat opvalt is hoe chique vele dames er hier bijlopen, een lust voor het oog (in ieder geval het mijne).
Morgen echt een relaxdag. We hebben besloten overdag op de camping te blijven en om 6 uur naar de ferry naar Tasmanie te vertrekken.

Wednesday, December 14, 2005

14 december - Een forse omweg.




Het einddoel van vandaag was Melbourne. We willen de stad zien, en niet alleen dat. De ferry naar Tasmanie vertrekt er ook vandaan en daar staan we op de 17e voor geboekt. Maar, Melbourne ligt niet veel meer dan 100 kilometer van ons startpunt Ballarat en we hebben al geruime tijd voor de stad uitgetrokken. Dus hebben we (eerlijk is eerlijk, Cora) een interessante tocht in de omgeving uitgezet van pakweg nog eens 200 kilometer. Het werd daardoor echt een leuke dag. Niets spectaculairs, het mooiste was veelal de omgeving waardoor we reden. Mooie landschappen, vrij veel dorpjes, schitterende oude bomen en de serie bezienswaardigheden die we bezocht hebben. Nu, op geen enkele plek hebben we meer dan een medetoerist aangetroffen. Dat was niet altijd het goede nieuws, want het was niet altijd onterecht. Echter, per saldo een heel geslaagde dag, zeker nadat Cora ons zonder dralen door het echt erg drukke verkeer van Melbourne in een keer naar de camping loodste. Morgen gaan we Melbourne verkennen.

Tuesday, December 13, 2005

13 december. Een rustig dagje op weg naar Malbourne




We hoefden maar 150 kilometer te rijden, dus de dag ging �tempo doeloe� We kwamen toch al vroeg in Ballarat aan. Dit is lang een van de belangrijkste plaatsen geweest waar in Victoria goud werd gevonden. En niet alleen dat, men heeft er - wat zeldzaam is - tientallen jaren lang achter elkaar goud gevonden, waarmee de plaats tot en met vandaag een van de belangrijkste steden van Victoria is geworden. Er is een uitermate interessant �Oud stadje uit de goudgraverstijd� opgezet. Zeg maar een soort Enkhuizer openluchtmuseum maar dan voor de gouddelvers. We hebben ervan genoten en zijn er drie uur gebleven.
Het is ons de afgelopen weken, en zeker ook weer vandaag, meer dan duidelijk geworden hoe verschrikkelijk belangrijk de goudvondsten (die vooral midden 19e eeuw plaaatsvonden) voor Australi� geweest zijn. Niet alleen brachten ze voldoende geld in het laatje om als enigszins onafhankelijk staten door het leven te gaan, maar ook brachten ze onwaarschijnlijk grote mensenstromen in beweging richting Australi�. Alleen al naar Ballarat kwamen in pakweg 5 jaar tijd 60.000 mensen toe, waarvan twee derde deel van overzee! En voor alle andere goudvondsten elders in het land gold niet veel anders. En omdat maar een klein deel van de goudzoekers echt rijk werd, bleef het overgrote deel hier hangen en leverde daarmee een belangrijke bijdrage aan de populatie van dit land. Morgen, via een grote omweg naar Melbourne.
We hebben al in geen vier dagen het weblog kunnen updaten, laten we hopen dat dat zo dadelijk wel gaat lukken.

12 december. Afzien, en niet weinig ook.



Wat is nu tien kilometer wandelen�.. Moet best kunnen. Ja, er staat officieel wel 4 a 5 uur voor, maar een dergelijk gemiddelde is natuurlijk voor watjes. Op deze wijze probeer je je moed in te praten alvorens wij vanochtend vertrokken. De weersvoorspellingen waren niet best, maar bij vertrek is het bewolkt, edoch droog en niet al te heet. Op tijd op pad, en eerlijk is eerlijk. In het begin verliep het best vlot. Mooie omgeving, watervalletje hier, meertje daar. Rotsen en klimmen, niet al te stijl, goed te doen. Maar, na een uur of twee werd de omgeving echt spectaculair, echter het klimmen toch zwaar�.. Althans, laat ik eerlijk blijven, voor mij. Cora liep als een jonge gems de berg op (en tzt weer af). Voor je gevoel gaan we loodrecht omhoog, door nauwe spleten, langs gevaarlijke ravijnen en steeds weer omhoog, omhoog, omhoog. Na drie uur waren we op het hoogste punt. Ik kon nauwelijks nog een voet voor de ander zetten. Het uitzicht was schitterend, maar aan de andere kant ook weer niets anders dan we gisteren al op enkele andere plaatsen hadden gezien. Nu zeggen ze dat het genoegen dat je zelf helemaal naar boven bent gelopen alles goedmaakt, maar dat gevoel verdwijnt snel als het uitgerekend op dat moment begint te regenen. Omdat er naast regen ook onweer was voorspeld blijf je niet lang op de top en ga je maar snel aan de afdaling.
Eitje, via een andere route 3,5 kilometer terug naar het dorp en pakweg 400 meter dalen� Nu, dat is wel een dalingspercentage van gemiddeld 10% en dat is - zo kan ik nu met verve vertellen - veel. We hebben er meer dan 1,5 uur over gedaan. Ook hier natuurlijk de nodige obstakels, maar mijn grootste probleem was ervoor te zorgen dat ik met de moeie benen, voeten en kwetsbare enkel niet uit zou glijden. En juist dan wordt het extra zwaar. Na 4,5 uur waren we terug, ik was gebroken. Cora in het geheel niet, daar herken je onmiddellijk de echte wandelaar in.
Gelukkig klaarde het weer snel op toen we de afdaalden, maar inmiddels wordt de schade ingehaald. Niet alleen de regen, maar ook takken en deksels van vuilnisbakken komen horizontaal langsvliegen, de wagen schud aan alle kanten. In de bergen is het weer onberekenbaar zeggen ze, dat zien we vandaag ten voeten uit.

11 december. De Grampians




Een weinig enerverende, maar zeker leuke dag.
Na onze dagen aan zee, nu weer het binnenland in. Naar de Grampians, opnieuw een National Park. Oude bergen, schitterende uitzichtpunten! We hebben een aantal korte wandelingen gemaakt om deze uitzichtpunten te bereiken, de een nog mooier dan de andere.
Op onze camping in Halls Gap wonen heel wat meer papagaaien dan vakantiegangers. Het is een kabaal van jewelste, maar o zo leuk.
Morgen trekken we de (stoute?) schoenen aan en gaan we een lange wandeling van vele uren maken.

Het is nu al duidelijk dat het nog wel even zal duren voordat er een verslag live is. Gisteren was het te laat om het verslag te schrijven, vandaag zitten we te ver van de bewoonde wereld om computercontact te krijgen. Morgen zitten we hier nog, dus zal dat niet anders zijn.

10 december. Soms valt het mee, soms valt het tegen.



De tweede dag die we uitgetrokken hadden voor de Great Ocean Road (GOR) begon met een heuse meevaller. De eerste stop was de vuurtoren in het Otway NP. Dit is de oudste nog bestaande vuurtoren in Australi�, uit 1848. Dit blijkt echter niet zo maar een vuurtoren te zijn, maar een van de twee die de ingang markeerde naar de Bass Street, de zee tussen Australi� en Tasmani�. Deze straat was ooit zeer berucht, want hierdoor moesten de schepen varen om naar Melbourne of Sydney te gaan. Nu is de straat 45 kilometer breed, dus waar praat je over denk je in eerste instantie. Maar, wat dat echt inhoudt wordt je daar duidelijk. Schepen vertrokken vanuit Europa (veelal Engeland natuurlijk) en zagen in geen 75/80 dagen land. Toch moesten ze zo navigeren dat ze precies in deze staat uitkwamen. Na een reis van 15000 kilometer was in die tijd een dergelijke nauwkeurigheid het zoeken van een speld in een hooiberg. Daarnaast is het een gebied waar het geweldig kan spoken en het zicht is vaak minimaal. Het ging dan ook regelmatig mis. Er zijn op deze kust meer dan 180 schepen te pletter geslagen en duizenden mensen verdronken. Om hier enige hulp te bieden is destijds (veel te laat) deze vuurtoren neergezet. In den beginne brandde hij op walvisolie. Eens per zes maanden kwam een schip nieuwe olie, lonten en verdere voorraden brengen voor de vuurtorenwachter en zijn gezin�. Er is nog veel meer over te vertellen, er was een prachtige semi-amateur video, maar dit is daarvoor niet het medium. Naast de vuurtoren stond er ook nog een telegraaf station. Dit was een paar jaar later opgezet (eind 1950) als ontvangststation omdat daarvoor de onderzeekabel van Tasmanie naar Australi� aan land kwam. In dit gebouw is de geschiedenis van de telegrafie (vooral in Australi�) in beeld gebracht. Als oud dienstplichtig telegrafist moet ik met het schaamrood op de kaken bekennen nooit gerealiseerd te hebben hoe oud telegrafie eigenlijk niet al is.
De kabel was in die tijd een technologisch hoogstandje, maar bleek echter geen succes. Binnen 18 maanden was hij definitief kapot, echter het station bleef een belangrijke schakel in een steeds groter netwerk van telegraafstations die de Australische staten niet allen met elkaar, maar inmiddels via een kabel naar Java ook in contact bracht met Londen. We praten hier over ongeveer 1860!. Al met al zeer interessant, we zijn er lang gebleven.
Dan verder over de GOR. Dat bleek direct al wat teleurstellend te zijn, want het grootste deel van de dag was je te ver van de zee om hem te kunnen zien. Maar, daar komen de 12 apostelen aan. Volgens elk boek het hoogtepunt van de GOR en een icoon van Australi�. Nu hier hebben we onze eerste ervaring met massatoerisme in Australi� opgedaan. Opeens een hele grote parkeerplaats, vol met auto�s en niet alleen dat, ook nog een serie touringcars. Honderden toeristen, waar we tot nu toe al in geen weken meer dan een handje vol hadden gezien. Vooral Japanners, zeker 80 procent. En je mag het niet zeggen, maar het is moeilijk niet ter plekke een hekel aan ze te krijgen. Ze trekken zich nergens iets van aan, duwen en trekken je opzij om een foto te maken. En nooit zomaar een foto. Op een Japanse foto moet altijd, maar dan ook altijd iemand op de voorgrond staan. Dus twee keer geduw en getrek. Geen feest. (Moet ooit eens uitvinden wat daar nu de reden voor is, Manfred??)
De apostelen zelf zijn rosten die in zee zijn blijven staan (zie foto), nadat de zee het meeste land weggeslagen heeft. Nog dit jaar is er een van deze torens ingestort, maar dat was bepaald niet het einde van de twaalf apostelen. Wij kwamen hoe hard we ook ons best deden, niet verder dan acht torens. Al met al best wel mooi, maar om er zoveel ophef over te maken� Nee, ons viel het wat tegen, maar ongetwijfeld mede gezien de entourage. De volgende stop was echter weer een plezierige verassing, Loch Ard. Dit is een natuurlijke boog die uitgesleten is in de rotsen, erg leuk. De naam komt van een zeer nabijgelegen bekende schipbreuk.
Daarna hield het eigenlijk op en viel dus opnieuw wat tegen. De eindbestemming was Warnabool. Hier is een maritiem museum (we hebben het echter met plaatselijke musea wel gehad), maar � men heeft hier een nieuwe sound en lasershow over de scheepbreuk van de Loch Ard (volgens iedereen die je hoort, en alles wat je leest, NIET TE MISSEN!! Er zijn miljoenen in ge�nvesteerd.)
Omdat het donker moet zijn, begint de show pas laat, voor ons extra laat want de eerste show is al uitverkocht! We komen om 21.30 uur aan bod, voor 25 dollar per persoon. Nu, we kunnen er veel over vertellen, maar per saldo is het een farce eerst klas. Je moet wel een absolute randdebiel zijn wil je het basisverhaal over deze hier zeer bekende schipbreuk niet kennen (alle opvarenden verdronken behalve de 18 jarige leerling-matroos die een 18 jarig meisje met groot gevaar voor eigen leven redde), en zelfs van dat verhaal wijken ze feitelijk af. Het is zo beroerd, dat je er bijna om moet lachen.
Nee, wat shows betreft, hebben we eerder op de avond een veel mooiere gehad. Een show zoals je ze alleen op een camping kan vinden. (Opnieuw een meevaller!)
Wij zitten aan het aperitief (wit wijntje), als er een camper binnenrijdt om wat verderop een plaatsje te zoeken. Hij rijdt naar zijn plaats en stopt. Dan gaat hij weer wat naar achteren, beetje opzij, weer naar voren. Waar zijn ze mee bezig vraag je je af, want de camping is nog geen 5% bezet en er is onnoemelijk veel ruimte. Nu, na enige tijd van heen en weer gerij stopt de wagen. Een mevrouw springt de wagen uit en rent naar de WC, maar je ziet het gelijk aan de body language, hier is iets mis. Mijnheer stapt ook uit. Zoekt het elektriciteitssnoer op en sluit de wagen aan. Daar komt mevrouw weer terug. Ongetwijfeld van onderen - zullen we maar zeggen - opgelucht, maar van boven bepaald nog niet. Als een wrekende engel stort ze zich op mijnheer. Uit de gebaren blijkt duidelijk, volgens mevrouw staat de camper niet waterpas. En dan begaat mijnheer een beginnersfout. Hij gaat mevrouw met logica overtuigen dat ze het mis heeft. Kom eens hier schat. Als je hier staat en langs de wagen kijkt, dan zie je dat hij precies zo staat als het huisje verderop en dat staat echt wel recht�� Mevrouw piekert er niet over om te komen kijken. Hij staat gewoon schuin!! Mijnheer: nu zeg�. als we al niet eens meer naar elkaar willen luisteren!! Schoorvoetend schuifelt mevrouw naar mijnheer die met zijn oog langs de zijkant van de camper tuurt. Mevrouw wordt precies juist neergezet.. zie je wel liefje, hij staat perfect recht (ongetwijfeld met een superieure ondertoon). Mevrouw; Dat kan wel zijn, maar�. hij staat toch niet goed. Hier die sleutels (�dreigement, dreigement, geen eten!??). Tegen dit geweld is mijnheer niet opgewassen. Hij geeft haar de sleutels en sluit de elektriciteit weer af. Mevrouw achter het stuur, de camper wordt zeker vijftien meter naar achteren gereden. Mijnheer wordt naar precies de juiste plaats gedirigeerd waar het linkervoorwiel moet komen. Mevrouw rijdt weer naar voren, maar moet wel aanwijzingen hebben. Dan neemt mijnheer - met gebaren - wraak.. Een stukje vooruit, beetje meer naar links, tikje naar rechts, voorzichtig vooruit, VOORZICHTIG!!. Goed zo, langzaam. Langzaam, ja, ja. HO! je bent er. En de wagen stond op vrijwel de zelfde plaats waar hij in het allereerste begin stond. Genieten!!

Friday, December 09, 2005

9 december. The Great Ocean Road.



Eerst boodschappen doen (dat doen we zo ongeveer om de drie dagen) en dan op naar de mooiste weg die Australi� naar men zegt heeft: The Great Ocean Road. Wij zijn nog niet op de helft ervan voor de nacht gestopt, maar het is echt fantastisch. Een groot deel van de weg is uitgehakt in de kliffen die bocht na bocht na bocht weer opnieuw opdoemen. Ertussenin kleine maar ook grotere stranden en steeds de zee. Vrijwel geen mens te bekennen, hier en daar wat surfers die de golven en het toch wel koude water trotseren. Soms een dorpje, maar voor het overgrote deel natuur. Natuurlijk hebben wij in Europa ook zulke wegen, maar niet met een lengte van bijna driehonderd kilometer en dan vrijwel altijd volgebouwd met - op zich vaak heel mooie - villa�s. Morgen nog een dag, we kijken er zeer naar uit.

Thursday, December 08, 2005

8 december. Een rustig dagje.



Het was gisteravond, of beter vanochtend, laat geworden, dus de wekker stond pas om 08.00 uur. Van weeromstuit schoot alles vanochtend zeer op, dus vertrokken we nauwelijks later dan anders. Eerst naar de Nobbies, het rotsachtige meest westelijke puntje van Phillip Island. Hier zou een kolonie van duizenden zeeleeuwen zijn, nu voor ons niet te zien. Laten we het er maar op houden dat ze allemaal vissen waren. Maar wat er wel was maakte veel goed, er nestelden duizenden meeuwen. Deels zaten ze nog op de eieren, deels waren de jongen al uit en werden ze frequent gevoerd, alhoewel nooit in de hoeveelheid en het tempo dat het jongen zelf in gedachte hadden. Die piepten als speenvarkens en pikten moeders in buik en borst om daar te bewegen nog wat voedsel te produceren. Dit was opnieuw zo�n plaats waar we veel langer doorbrachten dan gedacht.
Daarna naar Churchill Island, waar een zeer goed bewaard gebleven homestad bezocht kon worden. Elk pand buiten de stad van voor 1900 heet hier geen huis, hut, boerderij of wat dan ook, maar een homestad! Klinkt indrukwekkend, dat is het vaak wel in Australische termen, maar veelal niet in ons tijdsbegrip van oud en minder oud. Deze verzameling van gebouwen was echter zeker de moeite waard. Opnieuw indrukwekkend te zien wat hier medio de negentiende eeuw allemaal voor elkaar is gebracht met zo weinig middelen.
Daarna op naar het volgende doel, het begin van de Great Oceaan Road. Daarvoor moesten we eerst nog een paar uur rijden en daarna met de ferry de baai van Melbourne oversteken. Melbourne laten we nog even rechts liggen. Over een week of zo melden we ons daar.
Het was een rustig dagje.

Wednesday, December 07, 2005

7 december. Een fantastische dag!


Op tijd op, het weer is wel wat bewolkt maar nu met meer vriendelijke witte wolken. Voor negen uur begonnen we opnieuw met de wandeling van gisteren. Echt een prachtige wandeling langs de monding van de rivier waaraan de camping ligt, dan door een bos met door de wind heel grillig gevormde bomen naar een in zee uitstekende rots met schitterend uitzicht op twee baaien met prachtige stranden, helder blauw water en witte golven die het strand oprolden. We hebben zeker een kwartier alleen maar zitten kijken. Dan via de top van de hoogste heuvel met opnieuw een mooi uitzicht terug naar de camping. Het weer werd beter en beter, bij de camping aangekomen zijn we van weeromstuit na de koffie eerst in de zon een uurtje of wat een boek gaan lezen. Dan op naar de volgende bestemming Phillip Island. Niet meer dan twee uurtjes rijden, om de hoek voor onze nieuwe maatstaven. Hier zijn we vanmiddag eerst naar Koala Reservaat gegaan waar we ze in de natuur goed hebben kunnen zien. Zeker moeder met kleintje heeft onze harten gestolen. Maar, het geplande hoogtepunt van de dag was wat hier de pingu�n parade heet. Er is hier de grootste kolonie pinguins van Australie en die zitten nu midden in het broedseizoen. Dat betekent dat er op een lengte van nog geen 500 meter duinen, duizenden nesten zijn. De nesten zijn holen in de grond, dus daar zie je niets van, je mag er trouwens hoe dan ook niet naar toe. Je mag absoluut niet van het pad af. Maar het leuke is dat �s avonds, bij zonsondergang (vandaag om 20.45 uur) de pinguins die �s ochtends uit vissen zijn gegaan in hele korte tijd allemaal terugkomen om de broedende partner en/of de inmiddels uitgekomen jonkies te voeren. In een tijdsbestek van 30 minuten komen er in grote groepen 1200 tot 1400 pinguins het water uit die in colonne het strand oversteken en op zoek gaan naar het nest. Tegelijk komen de heuvels tot leven want partner/jong roept om aan te geven waar ze zitten. Een kabaal van jewelste. De pinguins zijn absoluut niet bang van de mensen (zelfs van echt veel mensen want het was vol!) en lopen op decimeters langs je heen te waggelen, soms honderden meters ver. Het was een fascinerend gezicht waar je geen genoeg van kon krijgen. Overal om je heen waggelen, staan en roepen de beesten. We hadden dure tickets gekocht voor een goede plek om ze te kunnen zien, dat bleek een uitstekende investering te zijn geweest. Het zat de hele dag mee. Onderweg begon het vanavond fors te regenen, maar�. wonder, wonder. De regen hield er op tijd mee op en we hebben alles droog kunnen aanschouwen.

6 december. Moeder natuur is ons niet echt vriendelijk gezind.



Ja, vanochtend nog wel. We konden zelfs buiten ontbijten en toen we nog een boodschapje in Bairnsdale deden bleef het weer ook goed. Maar na een uur of wat op pad te zijn begon het toch met vlagen hard te waaien. Ik zou echt niet weten hoe hard, maar iedereen had grote moeite zijn voortuig op de weg te houden, de takken vlogen over de weg en de brandweer stond in het plaatsje waar we doorheen reden al kant en klaar om met hoogwerkers uit te rukken. Bij dit soort weer verwacht je regen, veel regen, maar dat viel mee.
Na een uur of wat (en 70 kilometer verderop) hield het op. Nog een uur of wat later waren we op bestemming, het nationale park Wilsons Promontory. Drie van de vier kanten van het park worden door de zee begrensd. Het is de eerste keer dat we in een NP zullen overnachten, meestal kan dat alleen met een tentje.
De natuur is inderdaad mooi en de kusten echt prachtig, ondanks de ook hier bewolkte hemel.
Wij laten ons daardoor niet uit het veld slaan, dus na een plekje op de camping gevonden te hebben, schoenen en regenjacks aan en op pad. Er zijn hier verschillende uitdagende wandelingen. Nu, het eerste half uur de berg op werd het weer slechter en slechter, en toen we aan de andere kant van de berg aangekomen waren waar de wind opstond begon het toch te regenen. Wegwezen was wat we deden. Teug naar de camper. Daar kwamen we met de staart, of beter, de natte broek tussen de benen na een uur weer terug. En frustratie, frustratie, nog geen kwartier later regende het niet meer, maar de lucht bleef dreigend. Die dreiging heeft hij na het eten ingevuld, want inmiddels komt het met bakken uit de hemel. Dan geeft zo�n camper toch een goed gevoel. Tot nu toe werkt moeder natuur niet echt mee voor wat betreft onze sportieve plannen. In het Noorden was het 45 graden of meer toen we wilden gaan wandelen. In West Australi� maakten bosbranden het ons onmogelijk, in de Snowy Mountains hebben we weliswaar een van de geplande wandelingen kunnen maken, maar als straf hebben we nooit meer iets van die bergen gezien. Maar we houden moed, morgen zullen we alsnog proberen enkelen van de geplande wandelingen te maken.

Monday, December 05, 2005

5 december – Sinterklaas, maar daar doen ze hier niet aan, alhoewel…

We stonden om 09.00 uur (de openingstijd) voor de deur van de Indonesische ambassade en om 09.10 uur zaten de paspoorten met visa in het kluisje van onze camper. Best wel een beetje Sinterklaas voor ons, na alles wat we met het verkrijgen van die visa al hebben meegemaakt. Daarna, op naar de kust! Gelukkig was het vandaag goed weer, geen wolkje aan de hemel. Dat kwam goed uit want we wilden best een stuk rijden, waaronder opnieuw een deel door de bergen. En regen in de bergen hadden we inmiddels meer dan genoeg gehad. De tocht zelf was vandaag mooi, opnieuw veel schitterde en afwisselde uitzichten en nu ook de bergen gezien (niet zo hoog als de Snowy Mountains), maar toch. Triest is te zien hoe onnoemelijk groot de schade is die door bosbranden is aangericht. De afgelopen jaren van extreme droogte hebben hun sporen nadrukkelijk nagelaten. Duizenden en duizenden vierkante kilometers dode bomen. Zelfs in de zon spookachtig en wat deprimerend. Het duurt minstens 20 tot 30 jaar voordat er weer een beetje fatsoenlijke nieuwe bossen zijn. Voor ons is dat een onwaarschijnlijk lange tijd, maar ja, voor de natuur is het niet meer dan een seconde die wegtikt in de geschiedenis..
In de bergen zijn we nog gestopt om een motorrijder met motor uit het ravijn te takelen (met behulp van een Jeep met lier aan boord). De man was wat te snel door de bocht gegaan, uit de bocht gevlogen en de ravijn in gereden. Gelukkig had hij niks, en motor ern rijder waren al na een paar meter tot stilstand gekomen, maar zo’n motor is me daar zwaar! No way dat je die met een paar man weer door de stuiken een helling van 45 graden opsleurt. Die lier kwam dan ook als geroepen. Het oponthoud kwam minder goed uit, maar opnieuw een goede daad gedaan!! Veel bijzonders is er over vandaag niet te vertellen, behalve dat we ons nu een voorstelling kunnen maken over wat een sprinkhanenplaag inhoudt. Niet dat de zon hier door de sprinkhanen verduisterd werd, maar gedurende tientallen kilometers reden we door miljoenen en miljoenen sprinkhanen. Duizenden hebben we er via de voorruit om zeep geholpen, maar waar je keek, overal sprinkhanen. In een dikke laag van ongeveer 1 meter tot ¾ meter hoog volgen ze om ons heen, zover je kon zien. Heel bijzonder om meegemaakt te hebben.
Inmiddels zijn we inderdaad aan de kust, in Bairnsdale, Vanaf morgen gaan we weer op ons gemak verder langs de kust. We hebben inmiddels de ferry van 17 december geboekt voor de overtocht naar Tassie (spreek uit tessie), ofwel Tasmanie voor ons. Tot die tijd blijven we op het vaste land.
Het was vandaag ook wel een beetje de dag van de vogels. Australië is een vogelland bij uitstek, de mooiste vogels vliegen om je heen. Elke dag zie je wel een soort dat je nog nooit hebt gezien. Ondanks het feit dat de wekker vroeg stond, werden we vanochtend gewekt door zeer luidruchtige vogels. Die konden een onwaarschijnlijk aantal verschillende geluiden produceren en ze waren volop in oefening (heeft wellicht te maken met het feit dat het hier voorjaar is en in ….). Nu zitten we bij zonsondergang met een drankje bij te komen van de toch wel lange dag en we kunnen elkaar nauwelijks verstaan. Er staat vlak bij ons een hoge boom die stik en dan ook stik volzit met een prachtig mooi soort kleine papagaaien of grote parkieten (ik beken direct, ik ben geen vogelaar). Hopelijk gaan ze vannacht slapen, of anders verhuizen!

Sunday, December 04, 2005

4 december. Koeien.

Het is vandaag zondag en dan… juist!, slapen we uit. Om ongeveer half negen (mooie tijd) worden we gewekt door wat geloei in de verte, dat steeds meer geloei steeds minder in de verte wordt. We klimmen het bed en camper uit om naar de douche te gaan, zien we geen tientallen, maar honderden en honderden koeien langs de camping lopen die vervolgens gewoon linksaf de hoofdweg opgaan. Direct het plaatselijk dorp binnen. Hoe het daar is afgelopen weten we niet, na de douche waren ze verdwenen en wij gingen na het ontbijt de andere kant op. Wel apart was dat we niemand, maar dan ook niemand gezien hebben die bij die grote kudde leek te horen. Vanaf nu geloven we meer in de borden die we dagelijks tegenkomen “beware of stock on the road!”. Het blijft vandaag wel een beetje koeiendag. We rijden rond in de omgeving van de Snowy Mountains, voor het eerst sinds een aantal dagen lekker in de zon. De omgeving hier is schitterend, heuvelachtig, af en toe een berg(je). Bossen, weilanden, meertjes, erg mooi. En vooral veel koeien, Je hebt hier een veelvoorkomend pik en dan ook pikzwart ras, en een lichtbruin ras met bijna roze biezen over rug en buik en verder van alles ook nog wat. De tijd dat dit vooral schapencountry was is kennelijk al even voorbij. We hoeven niet ver vandaag, dus stoppen we op tijd om weer eens even in de zon te kunnen zitten. Na enkele pogingen zijn we inmiddels ook geboekt voor de ferry naar Tasmania, we gaan er de 17e naar toe gaan. Nog een kleine twee weken dus voor Victoria. Dat moet op ons gemak lukken….

Saturday, December 03, 2005

3 december. Wat een rommeldag.

Na wel wat, maar niet al te veel regen werden we vroeg wakker. Zwaar bewolkt, maar je moet toch wat, dus het bed uit. Het bekende ritueel, opstaan, douchen, ontbijten en we gaan op pad. Het weer is donker, maar nog droog. Voortvarend gaan we op pad, het tweede deel van de Snowy Mountains tegemoet. Binnen 7 kilometer - zo blijkt later - rijden we verkeerd, maar dat hebben we al na een paar kilometer door. Terug en wel afslaan, echter, opnieuw nu te vroeg en deze keer duurt het heel wat langer voordat we dat doorhebben. Dit niet in de laatste plaats omdat het landschap prachtig is en er heel veel mooie vogels om ons heen vliegen. Bovendien wordt het weer zienderogen beter. Maar, de namen op de borden komen mij steeds minder bekend voor en na een stop en indringend onderzoek van de kaart, rechtsomkeert. Een uurtje om, wie maalt erom. Wat minder prettig is, is dat het weer zienderogen verslechterd. Zo ook de weg. Na een langdurend gesprek met de vorige campingbaas weet ik onder andere dat vrijwel het gehele park in 2003 in de brand heeft gestaan, zelf het best wel even hier vandaan liggende Canberra is erdoor getroffen, De bosbrand heeft meer dan een maand geduurd. De gevolgen ervan zien we ook vandaag weer uitgebreid. Het weer is inmiddels ook weer zeer verslechterd,we rijden weer in de mist/wolken en regen. De combinatie van de mist en alle verbrande dode bomen is echt spookachtig, je waant je op een ander wereld. Je gemiddelde snelheid ligt in dit soort weer van regen en een zicht van 10-20 meter niet hoog, maar nog altijd hoger dan dat van een fietser. Daar haalden we er dan ook op een gegeven moment een van in. Hij signaleerde vaag dat hij met ons wilde praten, dus stopten we. De man was totaal verkleumd. Hij was, zo bleek later, echt een ervaren lange afstand fietser (die zie je hier meer) en bezig met een tweeweekse fietstocht van Melbourne naar Sydney. Maar op de Snowy Mountains in dit weer was hij geheel niet voorbereid.. Drijfnat, verkleumd, gevoelloze vingers en voeten, enz..Tja wat doe je dan, je hijst hem met fiets en al aan boord, want het is echt pokke weer en het volgende dorpje is nog zeker vijftig kilometer weg. En met zijn gemiddelde snelheid van geen tien kilometer per uur, zou hij tegen die tijd hij zwaar onderkoeld zijn. En zo veel auto’s, laat staan campers waar zijn fiets ook nog in kan, rijden er hier in dit weer bepaald niet rond (om precies te zijn, wij hebben er geen gezien). De tocht wordt voortgezet. We zullen het verhaal niet langer maken, het weer blijft prut. Ook van het tweede deel van de mooiste bergroute van Australië hebben we niets gezien. Op de grote weg aangekomen moest Brian (de fietser) naar het Zuiden en wij naar het Noorden. Hij was van plan kamp te maken op een vlakbij gelegen camping. We hebben nog een kop soep voor hem gemaakt om hem verder op te warmen en hem veel succes gewenst.
Wat een hobby!! Door het omrijden in het begin, en onze goede daad in het tweede deel van de dag liepen we zwaar achter op ons schema. Het enige wat we echt wilde doen was naar de grootste waterkrachtcentrale van Australië gaan. De laatste tour was om 14.00 uur dus moesten we ons nu echt haasten om er op tijd te zijn, maar het lukte, weliswaar zonder lunch (afzien hè) Het geheel was zeer indrukwekkend, alsook opnieuw het gehele project. De omvang ervan kan vergeleken worden met de Delta werken, de Betuwe lijn en ook nog een vleugje HSL erbij. Voor die tijd (start 1949) een indrukwekkend visionair project. Daarna nog 40 kilometer verder naar Tumut, waar we zullen overnachten. Hier bij dit stadje aangekomen lijkt het wel alsof er een wervelstorm doorheen is gegaan. Kilometers grond licht bezaait met bladeren en takken, tientallen bomen zijn omgewaaid. Op de camping aangekomen blijkt dat er gisteren een hevige storm heeft gewoed (we vonden het weer inderdaad al niet best). Ook hier een paar bomen om en duizenden takken op de grond. Ze koesterden zich gelukkig dat niemand gewond was geraakt… Terugkijkend viel het bij ons dus eigenlijk mee. Ophouden met dat geklaag!! Laten we bijvoorbeeld blij zijn hier niet te fietsen!!

2 december. We zijn bepaald niet in de wolken, want we zitten er midden in!

Na onze overnachting in Cooma, op naar de Snowy Mountains. Vlak voordat we dit Nationale Park ingaan gaat opeens de telefoon over. De Indonesische ambassade. De visa zijn verstrekt, en ook nog binnen de termijn die ze zelf hadden gezegd, 3 tot 5 dagen. (vijf dus!) Goed nieuws, in ieder geval geen gedonder met additionele gegevens of zo. Maar omdat hun vrijdag al om 13.00 eindigt, kunnen we de visa nooit op tijd ophalen, dus dat wordt maandag.
Terug naar de Snowy Mountains. Het is een heel oud gebergte. De bergen zijn rond en door erosie afgeslepen. De hoogste berg is 2220 meter hoog. Het park ligt dik boven de 1000 meter, dus iets koeler dan wat we gewend zijn. Het eerste deel van de tocht gaat naar Charlotte Pass, vanwaar een mooi uitzicht op de hoogste berg van Australi�, Mount Kosciuszko. Je kan er vandaan ook naar de top lopen, maar dat laten we maar aan anderen over. Het weer is betrokken, maar regenen doet het niet. Verder het park in eten we een boterham en maken we een wandeling van twee uur. Het blijkt dat een deel van de wandeling gaat door een bos dat enkele jaren geleden afgebrand is. Heel fascinerend. Aan de ene kant is het overweldigend te zien welke schade een bosbrand aanricht, aan de andere kant is het net zo indrukwekkend te zien hoe snel de natuur zich weer hersteld. Natuurlijk zijn bosbranden hier zeer veel voorkomend dus de natuur heeft zich daaraan aan weten te passen (Darwin) maar het is toch leuk dat zo in de praktijk te zien. Onderweg kwamen we nog twee kangoeroes tegen. Ze keken ons net zo nieuwsgierig aan als wij hen. Na de eerste twee foto�s probeer je wat dichterbij te komen, maar dat lukt dus echt niet. Ongeveer 20 meter is hun comfortabele zone, en daar kom ik dus echt niet binnen. Ik een stap vooruit, zij een hupje achteruit. En zo gaat dat een paar keer. We groeten elkaar en gaan ons weegs. De wandeling is niet al te lang (2 uur) maar best lastig omdat het dalen of stijgen is, vlak hebben ze hier niet. Maar het blijft droog.
Dan op naar het geplande einddoel van vandaag. Over de mooiste bergroute van Australi�. Nu, of dat waar is kunnen we jullie niet vertellen want er breekt een waar noodweer los. Twee uur lang rijden over zeer kronkelige bergweggetjes in de stortregen, het dondert en bliksemt. Het zicht is minimaal, vooral ook omdat we in de wolken zitten. Ik kan jullie vertellen, dat het in de wolken net iets minder hard regent als eronder, maar veel verschil is er niet. Pas laat komen we op de plaats van bestemming. Een barre rit, voor morgen voorspellen ze hogerop zelfs sneeuw. Wat krijgen we nou, dit is Nederland toch niet!!

Thursday, December 01, 2005

1 december. Toch we even schrikken!

De dag begon rustig. De wekker stond niet al te vroeg, op ons gemak opgestaan. De vlammen van de gaspitten kregen een wat andere kleur, toch gek nietwaar. Zou het kunnen zijn dat de fles opraakt? Vol is hij na vijf weken natuurlijk zeker niet meer. Volgens Cora zou het tankstation op de hoek (nog geen 35 meter) misschien wel flessen vullen. Ik geloofde daar weinig van (ik ben immers een groot gelover in Murphy en dan gaat de gasfles leeg op het meest onmogelijke moment), maar eerlijk is eerlijk. Hij vulde flessen en had diesel, we kunnen er weer even tegen. Volgens deze mijnheer was de fles totaal leeg, geen druppel meer! We zouden vast wel zonder gezeten hebben??? Nee, echt niet… geluk gehad. Hij geloofde het niet echt, maar wie maalt daarom.
Vandaar weer het binnenland in, op weg naar Cooma. Het begin van de Snowy Mountains. Hier is een geweldig informatiecentrum over een van de grootste projecten die ooit in Australië is bewerkstelligd. Hier is in de periode 1949 tot 1974 een geweldig groots stelsel van dammen, tunnels, stuwmeren en waterkrachtcentrales gebouwd. Ik ben de juiste cijfers weer vergeten, maar denk in de orde van 17 dammen, 145 kilometer door bergen geboorde tunnels, aquaducten en 7 waterkrachtcentrales. En bovendien, is men er ook in geslaagd het meeste water van de Snowy River, die uitkomt in de oceaan, tegelijkertijd om te leggen landinwaarts waar er honderden kilometers land mee geïrrigeerd wordt. En dat is niet een beetje water, want in dit gebied valt heel veel regen en sneeuw. De werkelijkheid hebben we nog niet gezien – dat wordt morgen – maar knap is het zeker. Er hebben 100.000 mensen uit 30 landen aan dit project gewerkt, maar 40 procent was Australiër.
Daarna informatie verzameld over het gebied zelf, want dat behoord tot een van de mooiste plekken van Australië. Als laatste taak van de dag boodschappen doen. En dan komen we bij de titel van vandaag “Toch wel even schrikken”. We liepen beiden met zakken vol boodschappen in elke hand een trappetje op, waarbij Cora plots struikelt en valt. Best een ongelukkige klap. Toch niet opnieuw die arm? Nee, gelukkig dat niet. Maar wel een kootje van een vinger uit de kom. Het is onwaarschijnlijk, maar echt waar, nog voordat Cora opstaat knakt ze zelf in een vloeiende beweging met haar andere hand dat kootje weer terug. Het gehele gebeuren heeft nog geen vijf, misschien maar 3 seconden geduurd. Wel een gat in de vinger en wat schaafplekken hier en daar en pijn natuurlijk, maar het lijkt mee te vallen. We houden jullie op de hoogte.

30 november. Dagje aan de kust.

We waren niet van plan vandaag veel kilometers te maken, dus stonden we op ons gemak op.
De eerste stop was maar 10 kilometer van de camping, Mogo. In deze omgeving is eind 19e eeuw veel goud gevonden en waren er in de hoogtij dagen 40.000 gouddelvers actief, een veelfout van de huidige populatie! In Mogo heeft men, vanuit de gehele streek, allerlei huisjes, hutjes, gereedschap, stamperijen en dergelijke naar toe gebracht om je een gevoel te geven hoe een gouddelversplek er toen uitgezien kon hebben. Een van de mijngangen is bewaard gebleven. We waren ondanks onze trage start nog te vroeg. Veel toeristische attracties gaan in Australi� pas om 10.00 uur open, en dat terwijl men hier meestal zo vroeg opstaat�
Het eindresultaat was dat we om 10.30 uur de enige klanten waren voor de rondleiding Deze werd gegeven door een echte Aussie en we hebben ons een uur lang meer dan vermaakt. Het mijnwerkers dorp was fantastisch in elkaar gezet, met tenten, maar ook de kerk. Van bar met logies, tot kapper, annex tandarts, annex dokter, annex doodsgraver. Zoals een goede Aussie betaamd had hij vele leuke verhalen te vertellen, een zeer genoeglijke rondleiding. Onderdeel van de rondleiding was het zelf �pannen�naar goud. Ofwel het met een soort bord dat je vullen moet met water en - bij voorkeur goudhoudende grond/zand/grint - om vervolgens door ronddraaien en schudden het relatief zware goud naar de bodem te laten zakken. Nadat je dat hebt gedaan moet je de zwaardere stenen er met de hand uitvissen en de rest via een handigheidje (duurt even�) eruit spoelen. Nu om een lang verhaal kort te maken, ik kan met trots vermelden dat het mij is gelukt om enige goudschilvertjestjes boven water te krijgen. Maar als ik de eerdere verhalen goed begrepen heb, zullen die in de verste verte de kosten van de entree niet dekken. Niet erg hoor, daar waren we niet voor gekomen. Per saldo, heel leuk.
Vervolgens verder de kust afzakken naar het Zuiden. We zijn niet echt ver gekomen. Deels omdat de omgeving prachtig is. Westelijk hele mooie heuvels, weilanden, bossen en meren. Oostelijk stranden die afgewisseld worden door ruige kusten. Het weer echter blijft moeizaam. Hier direct aan de kust regent het nog net niet, maar als we vanaf een heuveltop het binnenland inkijken is het maar een donkere bedoening. We besluiten vroeg te stoppen (15.00 uur) en te hopen dat het weer morgen beter is.
Of dat zal werken is maar de vraag, want inmiddels regent het ook hier. Daarnaast blijken we hier geen enkele vorm van mobiele ontvangst dan ook te hebben, geen van onze twee mobiele telefoons werkt, laat staan de computer.
Misschien hadden we een ander keuze moeten maken? Morgen beter, zullen we maar zeggen.